Herhaling ICF-schema

Thema 2: Het ICF-schema
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Gezondheid en welzijnMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 2: Het ICF-schema

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen deze les? 

1. Korte herhalingsquiz rond het ICF schema 
2. Taak pagina 9 indienen
3. Vragen? 
4. Start openboek evaluatie (Bookwidgets)
5. Inleiding hoofdstuk 3


LPD 13 De leerlingen illustreren hoe het menselijk functioneren op methodische wijze in kaart gebracht wordt met het oog op gezondheidsbevordering.

Slide 2 - Diapositive

Herhalingsquiz ICF-schema

Slide 3 - Diapositive

Tip: Gebruik je cursus voor deze quiz!

Slide 4 - Diapositive

De afkorting van het ICF staat voor:
A
Internationale Classificatie van de mens
B
Internationale Classificatie van het functioneren van de mens
C
Internationale Cognitieve Fundamenten
D
Inter Cognitief Functioneren

Slide 5 - Quiz

Het ICF-schema werd opgemaakt door de WHO?
A
Juist
B
Fout

Slide 6 - Quiz

WHO staat voor Wereldgezondheidsorganistatie?
A
Juist
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Het ICF kan iemands functioneren beschrijven vanuit 3 verschillende factoren
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Participatie gaat over de deelname aan het maatschappelijk leven.
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Geef een voorbeeld van participatie.

Slide 10 - Carte mentale

Wat is GEEN persoonlijke factor?
A
Leeftijd
B
Hoe groot je bent
C
Karakter
D
Interesses

Slide 11 - Quiz

Geef een voorbeeld van een persoonlijke factor van jezelf.

Slide 12 - Carte mentale

Leg uit in je eigen woorden: Externe factoren

Slide 13 - Question ouverte

Bij welke factor past volgende zin: "Marie hoort niet zo goed langs haar linker oor."
A
Ziekte en aandoening
B
Participatie
C
Externe factoren
D
Functies en anatomische eigenschappen

Slide 14 - Quiz

Bij welke factor past volgende zin:
"Waarom heb ik nu weer griep?"
A
Functies en anatomische eigenschappen
B
Participatie
C
Ziekte en aandoening
D
Persoonlijke factoren

Slide 15 - Quiz