Aardrijkskunde thema 9 les 3

De ijstijd in Nederland 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De ijstijd in Nederland 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


2. Wat zijn ijstijden?

A
Periodes waarin er veel bossen in Nederland waren
B
Periodes dat de Aarde veel kouder was dan nu
C
Periodes waarin er alleen bomen konden groeien
D
Periodes waarin de Co2 veel hoger was dan nu

Slide 2 - Quiz

Antwoord is B
A – minder bossen, alleen struiken en mossen
C- die zijn pas door de italianen meegenomen in de jaren 70
D – co2 was juist lager

D woestijn en gewassen zijn geen componenten.
Wat is een ijskap?
A
Een berg veroorzaakt door een dikke laag ijs
B
Een lange periode van kou
C
Een dikke laag ijs die over de wereld schoof

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stuwwallen zijn heuvels die zijn ontstaan uit zand en stenen die een ijskap voor zich uit geduwd heeft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt dekzand vandaan?
A
Van de bodem van de Waddenzee
B
Van de Scandinavische landen
C
Zand dat overbleef toen de ijskap smolt
D
Van de bodem van de Noordzee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de laatste ijstijd schoof er een grote ijskap over Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zwerfkeien en hoe komen ze in Nederland?
A
Grote keien uit de Noordzee die de wind Nederland in blies
B
Grote keien die de mammoeten Nederland in duwde
C
Grote keien die de ijskap uit Noorwegen Nederland in duwde

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste zwerfkeien liggen in het zuiden van Nederland bij Brabant, Zeeland en Limburg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat de ijskap veroorzaakte
Tot waar de ijskap kwam.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zeeklei?
A
Klei dat alleen op de bodem van de zee ligt.
B
Klei uit de zee die op de overstroomd land blijft liggen als de zee weer wegstroomt.
C
Klei met een bruine kleur dat in de beurt van sloten ligt.
D
Klei dat over de hele bodem van Nederland ligt.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het moeras.
A
Een drassig gebied in Brazilië. Het is een grote plas waar heel veel dieren en planten leven.
B
Een grote plas waar waar veel dieren leven.
C
Een dichtgegroeide waterplas. De dode planten zakken naar beneden. Daar overheen ligt een laag water.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeras
Veen
Turf
De dik op elkaar gedrukte moerasplaten die uitgegraven worden en gedroogd wordt.  Wij gebruikte dit als brandstof. 
Moerasplanten die zo dicht op elkaar zijn gedrukt dat je er op kan lopen. Als je er over heen loopt veer het een beetje. 
Een dichtgegroeide waterplas. De dode planten zakken naar de bodem waar weer nieuwe planten op groeien. Daar overheen ligt een laag water. Dat water is niet terug gestroomd naar de zee

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een veenplas?
Een waterplas die is ontstaan door het afgraven van veengebied voor turf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat denk je gaat de toets lukken of moet je nog goed leren? 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions