Vertering H5

organische stoffen
Gebreksziekte
oplosmiddel
hulpmiddel bij processen in lichaam
voedingsvezels
Reservestoffen
brandstoffen
Cholesterol
Verzadigd of onverzadigd
aminozuren
In o.a. vlees, melkproduceten, noten, peulvruchten
Bouwstoffen
zijn anorganisch
eiwitten
koolhydraten
Vetten
mineralen
water
vitaminen
1 / 27
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

organische stoffen
Gebreksziekte
oplosmiddel
hulpmiddel bij processen in lichaam
voedingsvezels
Reservestoffen
brandstoffen
Cholesterol
Verzadigd of onverzadigd
aminozuren
In o.a. vlees, melkproduceten, noten, peulvruchten
Bouwstoffen
zijn anorganisch
eiwitten
koolhydraten
Vetten
mineralen
water
vitaminen

Slide 1 - Question de remorquage

9

Slide 2 - Vidéo

00:07

Slide 3 - Diapositive

00:21

Slide 4 - Diapositive

00:52

Slide 5 - Diapositive

02:06
Maag
gespierde zak
maagsap
  • zuur! doodt bacteriën
  • slijm beschermd de maagwand (anders maagzweren)

Slide 6 - Diapositive

02:34

Slide 7 - Diapositive

03:28
twaalfvingerige darm
+ alvleessap uit alvleesklier (pancreas) (vertering)
+ gal, gemaakt door lever 

Gal:
  • galkleurstoffen (door afbraak 
rode bloedcellen, maakt poep bruin)
  • galzouten: emulgeren vetten

Slide 8 - Diapositive

03:45
Dunne darm
  • GROOT oppervlak
  • kneden voedselbrij (peristaltiek)
  • Darmsap voor vertering
  • Veel water aan voedselbrij voegen
  • Opname van voedingsstoffen
Binas 82C
Binas 82F

Slide 9 - Diapositive

04:47
Dikke darm
  • Terugresorptie water 
  • Veel bacteriën ("darmflora") - verteren 
  • Wat overblijft = poep

Slide 10 - Diapositive

05:04
Endeldarm
  • opslag tot aandrang
  • anus = uitgang
  • ontspannen! 

Slide 11 - Diapositive

Kringspieren
voorkomen teruggaan voedselbrij:
  • slokdarm-maag
  • maag-12 v.darm
  • dunne-dikke darm
  • rectum (anus)

Slide 12 - Diapositive

endeldarm
maag
alvleeslklier
twaalfvingerige darm
dunne darm
galblaas
dikke darm

Slide 13 - Question de remorquage

Verteringssappen

Slide 14 - Diapositive

pH daalt waarom??

Slide 15 - Diapositive

enzymen

Slide 16 - Diapositive

Enzymen
- Werken beter bij een hoge temperatuur
- Maar gaan stuk (denatureren) bij een TE hoge temperatuur
- Hebben een favoriete pH (optimum)

Slide 17 - Diapositive

Afbraak vetten - lipase
gal = emulgator: maakt van grote vetdruppels veel kleine vetdruppels

Slide 18 - Diapositive

Afbraak koolhydraten - amylase

Slide 19 - Diapositive

Afbraak eiwitten - pepsine, trypsine - peptidasen

Slide 20 - Diapositive

pepsinogeen, trypsinogeen
Waarom inactief uitscheiden?

Slide 21 - Diapositive

Resorptie
= opname stoffen van dunne darm --> bloed

Via:
- diffusie (glycerol, vetzuren, in vet oplosbare vitaminen)
- diffusie via poortje (water, vitaminen)
- actief transport via membraaneiwit (monosacheriden, aminozuren, mineralen/ionen)

Slide 22 - Diapositive

groot oppervlakte dunne darm

Slide 23 - Diapositive

En daarna? Dikke darm - endeldarm - anus
Dikke darm: 
- opname water (diarree)
- bevat 1 kg bacteriën --> vertering voedsel en maken vit K

Endeldarm: 
- opslag tot je moet poepen
- neemt ook stoffen op (zetpil!)

Slide 24 - Diapositive

Verteringsklieren maken verteringssappen.
Die zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten
Welke zijn de verteringsklieren?

(1 of meer antwoorden goed)
A
speekselkleren en maagsapklieren
B
de alvleesklier en de darmsapklieren
C
de lever
D
de galblaas

Slide 25 - Quiz

Verteringssappen worden gemaakt in verteringsklieren langs het verteringskanaal, zoals:
‒ darmsapklier;
‒ lever;
‒ maagsapklier;
‒ speekselklier.
In welke volgorde liggen deze verteringsklieren langs het verteringskanaal?

A
Maagsapklier – darmsapklier – speekselklier – lever
B
Maagsapklier – lever – darmsapklier – speekselklier.
C
Speekselklier – darmsapklier – maagsapklier – lever.
D
Speekselklier – maagsapklier – lever – darmsapklier.

Slide 26 - Quiz

Leg uit hoe kauwen (mechanische vertering) bijdraagt aan een betere chemische vertering door enzymen

Slide 27 - Question ouverte