Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
K6 Warmte & temperatuur
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Warmtebron
Datgene wat de warmte levert; kookplaat, waterkoker, (gas)brander,
Slide 3 - Diapositive
Warmtebronnen
De volgende warmtebronnen moet je kunnen herkennen:
Kachel / CV ketel
fornuis
vloerverwarming
gasbrander
elektrische kookplaat
elektrische dompelaar
Slide 4 - Diapositive
Meetinstrumenten
De temperatuur kan worden gemeten met een thermometer of een temperatuursensor
Slide 5 - Diapositive
Omrekenen
Binas Tabel 1
absolute temperatuur
0K = -273 °C
Slide 6 - Diapositive
Absolute nulpunt
0 Kelvin (-273 °C)
Op dit punt "trillen" de moleculen niet meer
Slide 7 - Diapositive
Wat duiden Kelvin en Fahrenheit aan?
A
Temperatuur
B
Concentratie
C
Inhoud
D
Hoeveelheid
Slide 8 - Quiz
Celsius en Kelvin
A
Van Celsius naar Kelvin
+273
B
Van Celsius naar Kelvin
- 273
C
Van Kelvin naar Celsius
-273
D
Van Kelvin naar Celsius
+273
Slide 9 - Quiz
273 graden Kelvin =
A
546 graden Celsius
B
0 graden Celsius
C
20 graden Celsius
D
273 graden Celsius
Slide 10 - Quiz
Reken om: 100 ℃ naar Kelvin
A
293 K
B
273 K
C
253 K
D
373 K
Slide 11 - Quiz
Reken om: - 15 Kelvin is
A
-288 graden Celsius
B
258 graden Celsius
C
-258 graden Celsius
D
absolute onzin
Slide 12 - Quiz
Water stolt bij ... K (Kelvin)
A
0 K
B
-273K
C
273K
D
373 K
Slide 13 - Quiz
20 graden Celcius = 293 Kelvin
Hoeveel Kelvin is 25 graden Celsius?
A
268Kelvin
B
0Kelvin
C
294Kelvin
D
298Kelvin
Slide 14 - Quiz
Bij 0 Kelvin
A
Staan alle moluculen vrolijk te klappertanden
B
Staat alles stil, is er geen beweging van moleculen mogelijk. Het absolute 0 punt!
C
Begint het water te bevriezen
D
Is de dichtheid van water het grootst.
Slide 15 - Quiz
0 Kelvin is gelijk aan ...
A
0 °C
B
273°C
C
253°C
D
-273 °C
Slide 16 - Quiz
Reken om: 20 ℃ naar Kelvin
A
293 K
B
273 K
C
253 K
D
373 K
Slide 17 - Quiz
Wat is 300 kelvin in graden Celcius?
A
573
B
300
C
273
D
27
Slide 18 - Quiz
Bij hoeveel Kelvin bewegen stoffen niet meer? En wat is dus het absolute nulpunt in Kelvin?
A
100 Kelvin
B
1000 Kelvin
C
273 Kelvin
D
0 Kelvin
Slide 19 - Quiz
Hoe groot is het kookpunt van water in kelvin?
A
100 Kelvin
B
373 Kelvin
C
273 Kelvin
D
-273 Kelvin
Slide 20 - Quiz
Temperatuur, tijd & warmte
Verband?!
Slide 21 - Diapositive
Jack verwarmt 200mL water in 3 min van 20°C naar 80°C. Even later verwarmt Jack 400mL met de zelfde waterkoker. Welke temperatuur heeft dit water na 3min?
A
160°C
B
40°C
C
50°C
D
100°C
Slide 22 - Quiz
De blauwe lijn hoort bij het verwarmen van 500mL water. Welke lijn hoort bij het verwarmen van 250mL water?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen
Slide 23 - Quiz
E = Q
Energie = warmte
Omdat een elektrische warmtebron alle energie omzet in warmte kan gesteld worden dat het rendement 100% is. Alle energie wordt warmte.
Slide 24 - Diapositive
Wat is de formule op de hoeveelheid (elektrische) energie te berekenen?