Herhaling paragraaf 1 en 2 van H6 warmte

H6 warmte
           NASK1                                MAVO 3
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 warmte
           NASK1                                MAVO 3

Slide 1 - Diapositive

Soorten warmtebronnen

Slide 2 - Diapositive

Welke van de onderstaande warmtebronnen is een elektrische warmtebron?
A
Dompelaar
B
Gasfornuis
C
Ethanolbrander
D
Houtkachel

Slide 3 - Quiz

Welke van de onderstaande warmtebronnen is een chemische warmtebron?
A
Waterkoker
B
Inductiekookplaat
C
Cv-installatie
D
Infraroodheater

Slide 4 - Quiz

Symbolen

Slide 5 - Diapositive


Wat is het symbool voor de grootheid warmte?
A
Q
B
W
C
E
D
N

Slide 6 - Quiz


Wat is het symbool voor de eenheid van energie?

A
E
B
W
C
P
D
J

Slide 7 - Quiz

Eenheden omrekenen 

Slide 8 - Diapositive

welke uitspraak is/zijn waar? Gebruik BINAS TABEL 3

Uitspraak 1: 500 kJ = 0,5 J
Uitspraak 2: 819.000 J = 8,19MJ

A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Geen van beide uitspraken is juist
D
Beide uitspraken zijn juist

Slide 9 - Quiz

welke uitspraak is/zijn waar?

Uitspraak 1: 1 minuut = 60s
Uitspraak 2: 100 W = 1 kW

A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Geen van beide uitspraken is juist
D
Beide uitspraken zijn juist

Slide 10 - Quiz

Temperaturen omrekenen 

Slide 11 - Diapositive

100 graden Celsius = ? Kelvin
Alleen getal noteren

Slide 12 - Question ouverte

18 graden Celsius = ? Kelvin
Alleen getal noteren

Slide 13 - Question ouverte

? graden Celsius = 307 Kelvin
Alleen getal noteren

Slide 14 - Question ouverte

-5 graden Celsius = ? Kelvin
Alleen getal noteren

Slide 15 - Question ouverte

? graden Celsius = 234Kelvin
Alleen getal noteren

Slide 16 - Question ouverte

Warmte en energie

Slide 17 - Diapositive

Een dompelaar met een vermogen van 1500W heeft 31s nodig om 1,25L water op te warmen. Hoeveel elektrische energie heeft de dompelaar geleverd in Joule? Noteer alleen het antwoord. Noteer geen eenheid.

Slide 18 - Question ouverte

Een waterkoker met een vermogen van 1,8kW heeft
2 minuten en 34s nodig om 1,7L water op te warmen. Hoeveel warmte heeft de waterkoker geleverd in Joule?

Slide 19 - Question ouverte

Verbrandingswarmte 
(Chemische energie)

Slide 20 - Diapositive

Tim verbrand gemiddeld 4,1 kg hout in zijn open haard op een koude winteravond om zijn woonkamer warm te houden.Gebruik BINAS de tabel met “verbrandingswaarde enkele brandstoffen”.
Hoeveel warmte energie levert de hoeveelheid hout die Tim verbrand heeft op 1 avond?
( Ga er vanuit dat alle energie die in het hout zit opgeslagen wordt omgezet in warmte. )
Noteer alleen het getal, dus geen eenheid.

Slide 21 - Question ouverte

Op een koude winterdag verbrand Leonie 15m^3 aardgas om haar huis te verwarmen en om te koken, douchen etc. Hoeveel energie heeft Leonie verbruikt? Noteer je antwoord zonder eenheid.

Slide 22 - Question ouverte

Brander aansteken

Slide 23 - Diapositive

Hoe regel je de kleur van de vlam
A
Gaskraan
B
Gasknop
C
Luchtregelring
D
Door goed te ventileren

Slide 24 - Quiz

Met welke kraan, knop of ring regel je of de brander het aardgas volledig verbrand.
A
Gaskraan
B
Gasregelknop
C
Luchtring

Slide 25 - Quiz

Met welke vlam verwarm je vloeistoffen in een indampschaaltje?
A
Gele vlam
B
Kleurloze vlam
C
Blauw ruisende vlam

Slide 26 - Quiz

Volledige en onvolledige verbranding

Slide 27 - Diapositive

Welke kleur heeft de vlam van de brander wanneer het aardgas onvolledig verbrand?
A
Geel/oranje
B
Wit
C
Groen
D
Kleurloos/blauw

Slide 28 - Quiz

Welke stof ontstaat er bij volledige verbranding.
A
Waterstof
B
Koolstofdioxide
C
Roet
D
Zuurstof

Slide 29 - Quiz