W. 3 (2024-2025) Kapitel 2 Geburtstag

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Kapitel 2

Feierst du mit?

 Nehmt bitte die Bücher heraus.

Was machen wir heute?

1. Woordjes leren (10 min)

2. Plauderecke doornemen 

3. Luisteropdrachtje

4. Oefentoets (15 min)

3. Adventskalender afmaken 

Lernziel: Je kunt je familie in het Duits presenteren. 

Wörter

Prüfungen

1. Leestoets (volgende week --> boek mee )

2. Toetsweek (week 3/4) --> 15 januari (volgende week)

Wo ist dein Buch?

Darf ich einen Kugelschreiber leihen?

Darf ich eine Süßigkeit haben?

Darf ich mein Chromebook aufladen?

Ich habe mein Chromebook vergessen.

Darf ich auf die Toilette gehen?

sein

ich

du

er/sie/es 

wir

ihr

sie/sie

haben

ich

du

er/sie/es 

wir

ihr

sie/sie

Wörter

gisteren = gestern

de vakantie = die Ferien/der Urlaub

de verloving = die Verlobung

het uitstapje = der Ausflug

Wörter

für = voor

manchmal = soms

immer = altijd

oder = of

seit = sinds

Wörter

 = voor

 = soms

= altijd

= of

 = sinds

Wörter

man = je / men

zum Beispiel = bijvoorbeeld

verkleiden = verkleden

Neujahr= nieuwjaar

Wörter

man = 

zum Beispiel = 

verkleiden = 

Neujahr=

Woordjes leren S.76

Leren B, DF en G 

Doornemen regel feesttenten

Plauderecke C 

Oefentoets

Adventskalander maken

- 8 woordjes zelf in het Duits opschrijven. 

- Rest van de afbeeldingen zoeken 

- delen met mij

- uitprinten + plakken 

S. 56 Aussprache

Aufgabe 14

Ä = e (spät)

Ö = eu (können)

Ü = u (Brüder)

u = oe (du)

S. 50 Grammatik

Aufgabe 7 und 9 (S. 78)

1. Persoonlijk voornaamwoord omcirkelen.

2. Maak stam van een werkwoord. 

S. 170 Aufgabe 3

Naam, ding en dier vervangen door er/sie/es

voltooid deelwoord

GE + STAM + T

S.  56 Plauderecke

Aufgabe 15

1. wenig Verwandte / viele Verwandte

2. viele Geschwister

3. Das ist meine Schwester

4. Wie heißt deine Mutter/ dein Vater? Meine Mutter heißt..

Mein Vater heißt..

5. Wie alt ist dein Bruder? Er ist..

deine Schwester? Sie ist..

S. 66 Lesen Aufgabe 29 und 30

Lees de vetgedrukte woorden in de tekst en kies de juiste betekenis.

Aufgabe 30

1. Welke 4 verjaardagsgebruiken zijn voor Jonathan nieuw?

2. Welke van deze 4 Duitse gebruiken ken je uit NL?

S.  53 Sprechen

Aufgabe 13

WAT: De opdracht is heel eenvoudig: het onderwerp van de vlog is het presenteren van je familie.

HOE werkt het: Je verzint een script. Het script kun je gebruiken om je vlog te maken. Je kunt het ook door een tweede persoon laten filmen. Je kunt er voor kiezen om je familie voor te stellen of je interviewt bijvoorbeeld één van je familieleden. Wees creatief!

S.  53 Sprechen

Aufgabe 13

EISEN: Je zegt minimaal 5 zinnen in het Duits in je vlog, een zin bestaat uit minimaal 4 woorden. Gebruik de zinnen op S.78 en S.79. Schrijf eerst je script, voordat je filmt. De vlog duurt tussen de 2 en 3 minuten.

WANNEER: Jullie krijgen de les tijd om hieraan te werken, de rest moet je zelf na school doen.

FEEDBACK: Je kunt je script inleveren om te laten controleren, doe dit op tijd!

INLEVERDATUM: week 4 (week van 22 januari 2024). Begin op tijd en lever je vlog via de mail.

S.  53 Sprechen

Aufgabe 13

BEOORDELING: De opdracht wordt beoordeeld op drie verschillende onderdelen:

Creativiteit/originaliteit 4p

Uitspraak klinkt het Duits/ spreek je het vlot uit/ je leest niet voor 3p

Zinsbouw begrijp ik wat je zegt / gebruik je geen NL of Engelse woorden 3p

S.  53 Sprechen

Aufgabe 13

Kurze Präsentation

Foto van familie

- Erzähle über 2 Personen.

1. Wer sind diese Personen.

2. Wie heißen diese Personen.

3. Wie alt sind diese Personen.

4. Wann haben sie Geburtstag.

PO 

Script maken 

Das ist mein...

Sie/er heißt...

Er / sie ist .......... Jahre alt.

sie/er wohnt in.....

Hausaufgaben

Wörterliste A leren