Havo 3 - Spelling h3

Nederlands

Nederlands
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Waar zijn we vorige week mee bezig geweest?

Slide 2 - Question ouverte

Huiswerk nakijken
Aan het einde vraag ik hoeveel werkwoorden je fout had. 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 6
1 herovert
2 getuigt
3 geloofd
4 betreurt
5 verstuurd
6 ontvoert
7 Verbaasd
8 bedaard

10 onthult
11 verbaast
12 ontvoerd
13 bedaart
14 gelooft
15 verstuurt
16 herhaald

9 heroverd
10 onthult
11 verbaast
12 ontvoerd
13 bedaart
14 gelooft
15 verstuurt
16 herhaald

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 7
1 pvtt – vermoed, pvtt - bemoeit
2 pvtt – Vergadert, pvtt – wordt
3 pvtt – Wordt, bn – plassende, vd – genoemd
4 od – hossend, od – dansend
5 gw – Raad, bn – dampend, pvtt – wordt, vd – geserveerd
6 pvtt – duikt, pvtt – vastgrijpt, pvtt – oppeuzelt
7 pvtt – Vind, pvtt – verhuist


10 onthult
11 verbaast
12 ontvoerd
13 bedaart
14 gelooft
15 verstuurt
16 herhaald

8 bn – vergrote, vd – geportretteerd (NB: in de eerste druk is in de opgave bij ‘vergroten’ de ‘n’ weggevallen.)
9 pvvt – verwachtte, bn – gefrituurde, vd – geproefd, pvvt – vond
10 pvtt – overtreedt, pvvt – antwoordde, pvvt – beboette
11 inf – borstelen, pvtt – verhaart
12 vd/bn – afgebeeld
13 pvvt – wenste
14 vd – teruggestuurd, vd – gesneuveld
15 pvvt – verheugden, pvvt – mochten, inf – baden

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel werkwoorden (dus soms meerdere fouten per vraag) had jij fout gespeld/benoemd?

Slide 6 - Question ouverte

Let goed op: hoor je je naam, dan krijg je MORGEN link naar LessonUp toegestuurd. 
Daarin: extra uitleg + oefeningen ter controle.

Slide 7 - Diapositive

Doel!
Deze les leren we hoe we getallen op moeten schrijven. 
Soms gebruiken we namelijk cijfers, in andere gevallen schrijven het uit. 

Slide 8 - Diapositive

Opdr. 1 (blz. 120) maken we klassikaal. 

Wees actief en zorg dat je snel je microfoon aan kan zetten. 

Daarna uitleg 
Daarna aan de slag  

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

De schrijfwijze van getallen

De algemene regel is:
De getallen een tot en met twintig, tientallen tot honderd, honderdtallen tot duizend, duizendtallen tot en met twaalfduizend (allemaal aan elkaar
+  de getallen miljoen, biljoen enz. (los van elkaar, drie miljoen)
schrijf je uit in letters!

In andere gevallen gebruik je cijfers EN je gebruikt cijfers bij maten, procenten, tijden, gewichten, afstanden, bedragen, adressen, data enz.


Slide 11 - Diapositive

Opdrachten (vanaf blz. 121)
Opdr. 2 en 3 

Klaar? Ook 4 en 5 maken. Dit zijn herhalingsopdrachten. 

Slide 12 - Diapositive

Wat neem je mee?

Slide 13 - Question ouverte

Wat snap je nog niet?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 2
1 Op tweede paasdag bezochten zo’n driehonderd mensen de pasar malam.
2 Vanwege het slechte weer kwam ruim een derde van de kiezers niet naar de stembus.
3 ‘De wortel uit zestien is vier’, zei de wiskundeleraar voor de derde keer.
4 Van de 85 ingezonden kunstwerken werden er 6 genomineerd; de jury gaf Jouri Timmermans de eerste prijs.
5 ‘We vallen om 20.00 uur aan’, zei de generaal. ‘Jullie moeten dus nog drie uur geduld hebben.
6 Op dit weggedeelte mogen automobilisten vanaf 1 september 2015 130 km/uur rijden.
7 In 2011 kwamen 661 mensen om in het verkeer, tegenover 640 in 2010, wat een stijging betekent van 3,3 procent; twee derde van de fietsslachtoffers was een vijfenzestigplusser.
8 De afgelopen drie jaar vielen er in Syrië bijna 68 duizend doden.
9 De 327 geënquêteerden moesten hun antwoorden invullen op een 7-puntsschaal.
10 Omdat het bedrijf vandaag vijftig jaar bestaat, mag elke vijftigste bezoeker voor 50 euro producten uitzoeken.

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 3
1 vier vijfde
2 zes vijf negende
3 vier honderdste
4 vierhonderdste
5 driekwart miljoen
6 zes en een half
7 drieënveertigste
8 één drieëndertigste
9 twee negentiende
10 twee negen tiende

Slide 18 - Diapositive