Les 7

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom in de les

1HAa

Programma

1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

1 zin ontleden

Andrey heeft zijn verjaardag afgelopen jaar in het buitenland gevierd.

pv =

zn =

ow =

wg = 

1 zin ontleden

Andrey /heeft /zijn verjaardag/ afgelopen jaar/ in het buitenland/ gevierd.

pv = heeft

zn = 5x

ow = Andrey

wg = heeft gevierd

Programma

1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

AANTEKENING MAKEN OP LAATSTE PAGINA VAN JE SCHRIFT

ZINNEN ONTLEDEN

• Zinnen in stukken knippen: zinsdelen
• Zinsdelen namen geven
• persoonsvorm
• onderwerp
• werkwoordelijk gezegde

WOORDSOORTEN BENOEMEN

• Alle woorden van de zin een naam geven
• lidwoord
• zelfstandig naamwoord
• bijvoeglijk naamwoord
• hulpwerkwoord
• zelfstandig werkwoord

Zinsontleding vs woordsoorten

                      Voorbeeldzin:  De luie kat slaapt.

ZINSONTLEDING                                                 WOORDSOORTEN                 

De luie kat/ slaapt                                              De = lidwoord

pv = slaapt                                                             luie = bijvoeglijk naamwoord

ow = de luie kat                                                   kat = zelfstandig naamwoord

wg = slaapt                                                            slaapt = zelfstandig werkwoord

                                          

Hoeveel hulpwerkwoorden zijn er in deze zin?

Sacha en Noah willen gaan voetballen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk werkwoord (=ww) is het zelfstandig werkwoord vaak?

1. eerste ww van de zin
2. laatste ww van de zin
3. middelste ww van de zin
4. alle ww van de zin

Hoeveel lidwoorden zijn er?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel onbepaalde lidwoorden zijn er?

1. 1: een
2. 2: de + het
3. 3: de, het, een
4. 2: het + een

Voor een zelfstandig naamwoord kun je een lidwoord zetten.

1. altijd
2. niet altijd
3. nooit

''Groningen, Seine (rivier in Parijs) en Eloisa'' zijn voorbeelden van:

1. zelfstandig naamwoorden
2. (eigen)namen
3. bijvoeglijk naamwoorden
4. zelfstandig werkwoorden

LAATSTE VRAAG

''Kattig, glimmend, sterk'' zijn voorbeelden van:

1. zelfstandig naamwoorden
2. (eigen)namen
3. bijvoeglijk naamwoorden
4. zelfstandig werkwoorden

Programma

1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

Zoek de verschillen in duo's

1. Papa zegt: ''Ik hou van je mama.''

2. Papa zegt: ''Ik hou van je, mama.''

3. Dus je kunt onbeperkt eten zonder dik te worden?

4. Dus je kunt onbeperkt eten zonder dik te worden.

5. Ik zat op haar schoot en viel in slaap.

6. Ik zat op haar, schoot, en viel in slaap.

Formuleren: leestekens

1. Opdracht in duo's: zet in de tekst de juiste leestekens.

2. Kijk na en VERBETER.

3. Haal deel twee van de opdracht op.

4. Kijk ook deel twee na.

Programma

1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

Huiswerk nakijken en maken

Huiswerk maken (zie donderdag)

niv 3 = hoogste niveau

Nagekeken?

Aftekenen bij mw. Houkes