Woorden H1 + H2

Woorden H1 + H2
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woorden H1 + H2

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- Huiswerk bespreken
- Startopdracht
- lesdoel
- uitleg
- samen oefenen
- zelf oefenen.

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk bespreken

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent: "monoloog"?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent: "monorail"?

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent: "monotheïsme"?

Slide 6 - Question ouverte


biologie
biodiversiteit
microgram
microbioloog
hyperalert
hyperfocus
bronchitis
paradontitis


interland
intercity
contraproductief
contravisie
ex-directeur
ex-voetballer
disproportioneel
disfunctioneel
Wat betekenen deze woorden?

Slide 7 - Diapositive

Grieks
antimaterie
antibacterieel
microgram
microbioloog
hyperalert
hyperfocus
bronchitis
paradontitis

Latijn
interland
intercity
contraproductief
contravisie
ex-directeur
ex-voetballer
disproportioneel
disfunctioneel

Slide 8 - Diapositive

Lesdoel 
Aan het einde van deze les ken je een aantal Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.

Aan het einde van deze les kun je de betekenis van woorden raden aan de hand van Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels. 

Slide 9 - Diapositive

Uitleg
Vorig jaar hebben jullie geleerd over samenstellingen.
(denk aan melkkoe)

Dit jaar voegen we daar specifiek de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels bij. 

Op bladzijde 44 en 119 vind je rijtjes die je zult moeten leren.

Slide 10 - Diapositive

Samen doen
Opdracht 17 op bladzijde 45

Slide 11 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maak:
opdracht 16, 18 en 19 op bladzijde 44-45 en 
opdracht 12, 15 en 16 op bladzijde 120-122.

10 minuten in stilte, daarna overleggen.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Lesdoel 

Aan het einde van deze les ken je een aantal Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.

Aan het einde van deze les kun je de betekenis van woorden raden aan de hand van Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.

Wat betekent "hypersoon"?

Slide 13 - Diapositive