Wat betekent een indexcijfer van 96? En van 101,1?
Slide 6 - Diapositive
Nominaal vs reëel inkomen
Nominaal inkomen = Wat iemand feitelijk aan Euro's verdient.
Reëel inkomen = nominaal inkomen gecorrigeerd voor prijsstijgingen.
Waarom is reëel inkomen een betere maatstaf?
Slide 7 - Diapositive
Rekenen met inkomensverandering
Betekent meer inkomen ook meer koopkracht?
Dat is te berekenen aan de hand van het Reëel Inkomen.
NIC
Formule --> RIC = PIC * 100.
NIC = Nominaal inkomen Indexcijfer (inkomensverandering als indexcijfer)
PIC = Prijsindexcijfer (inflatie als indexcijfer)
RIC = Reëel Inkomen Indexcijfer (je koopkrachtverandering als indexcijfer)
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld
Inflatie = 3% ==> prijsindexcijfer = 103
Nominaal inkomen stijgt met 7% ==> indexcijfer nominaal = 107
Koopkracht = 107 / 103 * 100 = 103,9
Inkomen is reëel gestegen met 3,9%
Slide 9 - Diapositive
wat is het indexcijfer van een basisjaar
A
100
B
25
C
75
D
50
Slide 10 - Quiz
Wat is het indexcijfer van 2016?
Jaar
2013
2014
2015
2016
Prijs
€ 2,64
€ 2,75
€ 2,51
€ 2,78
Indexcijfer
100
A
89,2
B
90,3
C
98,6
D
110,8
Slide 11 - Quiz
Stel: het indexcijfer van het inkomen is 105 en het indexcijfer van de prijzen is 102. Hoe hoog is dan het indexcijfer van de koopkracht?
A
1,029
B
0,97
C
97,1
D
102,9
Slide 12 - Quiz
De koopkracht van een persoon is in een jaar gestegen van 110 producten naar 114 producten. De inflatie bedroeg in dat jaar 3,75%. Wat is dan de nominale stijging van zijn inkomen (in indexcijfer) geweest?
A
107,53
B
99,89
C
103,75
D
95,93
Slide 13 - Quiz
Als de inflatie 10% bedraagt en je nominale inkomen stijgt met 5%, dan...