Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Startklaar
1. Telefoon in de telefoontas.
4.Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Werkboek open,
pen op tafel.
Slide 1 - Diapositive
Programma
Welkom
Nieuwe stof uitleg
'3.1 Organismen in hun omgeving'.
Klassikale afsluiting met Kahoot
Aan de slag/huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
1. Kun je uitleggen wat abiotische en biotische factoren zijn en waar deze voorkomen?
2. Kun je uitleggen wat voorjaarsbloeiers, klimplanten en wortelrozetten zijn en waar deze voorkomen?
3. Kun je uitleggen hoe woestijnplanten waterverlies tegengaan?
4. Kun je uitleggen wat warmbloedige dieren zijn?
5. Kun je uitleggen hoe dieren aangepast zijn aan kou en hitte?
6. Kun je uitleggen hoe het gebit van een planteneter, vleeseter eruit ziet?
7. Kun je uitleggen welke vier soorten snavels er zijn en waarvoor deze dienen?
8. Kun je uitleggen welke vier soorten poten er zijn en waarvoor deze dienen?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel
Slide 22 - Question de remorquage
Hoe noem je het geheel van alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied?
A
Ecosysteem
B
Ecologie
C
Abiotische factoren
D
Biotische factoren
Slide 23 - Quiz
Een voorbeeld van een biotische factor is:
A
Grondsoort
B
Hoeveelheid wind
C
Roofvijanden
D
Temperatuur
Slide 24 - Quiz
Een voorbeeld van een abiotische factor is:
A
Hoeveelheid licht
B
Voeding
C
Concurrentie
D
Schuilplaats in een boom
Slide 25 - Quiz
Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.
A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet
Slide 26 - Quiz
Deze plant klimt m.b.v. hechtwortels langs andere planten omhoog, naar het licht. De planten hebben deze aanpassingen om omhoog te klimmen, om zo voldoende zonlicht te krijgen voor de fotosynthese.
A
Klimop
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozetten
Slide 27 - Quiz
Woestijnplanten gaan waterverlies tegen door:
A
Dunne grote bladeren
zonder waslaag
B
Dikke kleine bladeren
met waslaag
Slide 28 - Quiz
Planten in het tropisch regenwoud hebben:
A
veel huidmondjes
om het vocht kwijt te raken
B
weinig huidmondjes om het vocht kwijt te raken
Slide 29 - Quiz
Lees de afbeelding hiernaast.
Wat zijn 2 abiotische factoren die in de tekst genoemd worden?
A
waterplanten & water
B
ondiepe vijver & reigers
C
hoeveelheid zon & ondiepe vijver
D
water & reigers
Slide 30 - Quiz
Dieren in warme streken hebben:
A
Kleine oren, om hun warmte kwijt te raken
B
Grote oren, om hun warmte kwijt te raken
Slide 31 - Quiz
Een planteneter heeft
A
Knipkiezen en hoektanden
B
Plooikiezen en snijtanden
Slide 32 - Quiz
Een haaksnavel is voor het eten van..
A
planten
B
zaden
C
vlees
D
insecten
Slide 33 - Quiz
Steltpoten hebben
A
Wad en weidevogels
B
Vogels die langs de stam lopen
C
Roogvogels
D
Watervogels
Slide 34 - Quiz
haaksnavel
zeefsnavel
pincetsnavel
kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.
Slide 35 - Question de remorquage
Aan de slag
1. Maak de volgende opgaven in je werkboek bij paragraaf 3.1:
opdracht 1,2,3,5,8,11,13,18,21
2. Maak deze LessonUp van 3.1
3. Klassikale afsluiting: Kahoot
Slide 36 - Diapositive
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)