Burgerschap - Socialisatie/cultuur

Hoofdstuk 2: Probleemgedrag

* Socialisatie

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EthiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2: Probleemgedrag

* Socialisatie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Je weet wat waarden en normen zijn
Je weet welke vormen van socialisatie er zijn
Je weet wat er bedoeld wordt met ongeschreven/geschreven regels, gewoontjes en tradities.


Slide 2 - Diapositive

Welke waarden heb jij?

Slide 3 - Carte mentale

Welke normen horen bij jou?

Slide 4 - Carte mentale

Waarden 
> Waarden zijn zaken die we belangrijk vinden om na te streven

> Waarden zijn zaken die iets voor je betekenen > waardevol

Voorbeelden: liefde, gelijkheid, respect, vriendelijkheid, trouw, eerlijkheid, vrijheid, gelijkwaardigheid...
 

Slide 5 - Diapositive

Normen
> Normen zijn gedragsregels

> Normen zijn regels die je moet nastreven om een waarde te bereiken

Waarde = respect - Norm = opstaan voor ouderen
Waarde = beleefdheid - Norm = deur openhouden


Slide 6 - Diapositive

Sociale controle
Zorgt ervoor dat mensen zich aanpassen aan gedrag dat van hen in de groep verwacht wordt. Gedrag in groepen wordt bepaald door sociale normen. Leden letten op het gedrag van anderen binnen de groep. Gedrag dat in overeenstemming is met de groepsnormen wordt beloond, (positieve sanctie) vooral doordat de leden bij de groep mogen horen. Afwijkend gedrag wordt afgewezen en gecorrigeerd door straf of desnoods uitstoting uit de groep. Veilig gevoel of juist beklemmend?

Slide 7 - Diapositive

Ik ben blij dat er sociale controle is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Primaire socialisatie: normen en waarden die je binnen je gezin aanleert

Secundaire socialisatie: normen en waarden die je ergens anders leert (op school, sportclub, vrienden, enz). Hier merk je dat iedereen andere normen en waarden heeft



Slide 10 - Diapositive

Wat is een norm?
A
eigenschap
B
gedragsregel
C
wet
D
waarde

Slide 11 - Quiz

Rust is een ....
A
norm
B
waarde

Slide 12 - Quiz

Eerlijk zijn is een
A
norm
B
waarde

Slide 13 - Quiz

Als de trein aankomt, wacht je tot de mensen uitgestapt zijn, voordat jij instapt.

Welke waarde is dat?
A
liefde
B
gezondheid
C
geduld
D
gehoorzaamheid

Slide 14 - Quiz

Welke norm hoort niet bij de waarde: Respect voor anderen?
A
Als iemand struikelt, dan moet je lachen.
B
Als iemand een presentatie geeft, dan ben je stil.
C
Je belt je oma op haar verjaardag.
D
Schelden met kanker doe je niet.

Slide 15 - Quiz

Welke ongeschreven regels leef jij na?

Slide 16 - Question ouverte

Als je hard werkt, verdien je geld en kun je lekker op vakantie
A
waarde
B
norm

Slide 17 - Quiz

De waarde hiervan is
Geld verdienen, Geluk, Plezier

Slide 18 - Diapositive

Cultuur is
A
de normen, waarden en tradities van een land
B
de normen, waarden en gewoonten van een groep
C
de normen, gewoonten en tradities van een land
D
de normen, waarden, gewoonten en tradities van een groep

Slide 19 - Quiz

Opdracht

 

Slide 20 - Diapositive

Leerdoel behaald?

Je kent nu het verschil tussen waarden en normen

Je weet wat sociale controle is

Je weet wat er bedoeld wordt met ongeschreven/geschreven regels, gewoontjes en tradities.

Slide 21 - Diapositive