Klinisch redeneren darmen VZ

Klinische redeneren darmen, ileus en stoma
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Klinische redeneren darmen, ileus en stoma

Slide 1 - Diapositive

Wat kun je vertellen over de darmen

Slide 2 - Carte mentale

Wat is de juiste beschrijving van ontlasting

Slide 3 - Carte mentale

Sleep de tekst naar de juiste plek
Lever
maag

Alvleesklier
12-vingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Anus

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe heet de de kringspier die de overgang vormt van maag naar dunne darm?
A
Coecum
B
Chylus
C
Pyelum
D
Pylorus

Slide 5 - Quiz

De vertering vindt plaats in het begin van de dunne darm, resorptie aan het eind van de dunne darm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Koolhydraten en eiwitten worden vanuit de darmenopgenomen in het bloed door:
A
Villi
B
Lymfen
C
Mucosa
D
Ductus

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil in samenstelling van ontlasting tussen een dikke darm en een dunne darm stoma?

Slide 8 - Question ouverte

De ileocaecaal klep bevindt zich tussen de dikke darm en:
A
Het jejunum
B
Het duodenum
C
Het ileum
D
De colon descendens

Slide 9 - Quiz

Op welke sluitspier kun je bewuste controle uitoefenen?
A
Inwendige sluitspier
B
Uitwendige sluitspier

Slide 10 - Quiz

Wat is een ileus?
A
Stuk van de darm
B
Darmafsluiting
C
Vorm van darmkanker
D
Darmvlokken

Slide 11 - Quiz

Een ileus kan ontstaan door:
A
Tumor
B
Stilliggen van de darmen na een operatie
C
Chronische bewegingsstoornis CIIP
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Wat is géén symptoom bij een ileus?
A
Fecaal braken
B
Diarree
C
Obstipatie
D
Hoog Hb

Slide 13 - Quiz

CIIP
Een CIIP is een Chronische Idiopathische Intestinale Pseudo-obstructie (CIIP). CIIP is het gevolg van een beschadiging van het spierweefsel of van een beschadiging van de zenuwcellen van het maagdarmkanaal. Het komt in bepaalde families iets vaker voor dan normaal, waardoor het vermoeden bestaat dat erfelijkheid een rol speelt.

Slide 14 - Diapositive

Hoe wordt een ileus behandeld?
A
Infuus
B
Maaghevel
C
Niets per os
D
Alle antwoorden

Slide 15 - Quiz

Waar moet jij als verzorgende op letten bij verdenking van een ileus

Slide 16 - Question ouverte

Een totale afsluiting noemen we een ileus. Hoe noemen we een obstructie als er nog wel enige passage is?

Slide 17 - Question ouverte

Waar wordt een mechanische ileus NIET door veroorzaakt?
A
Invaginatie van de darm
B
Peritonitis
C
Steeldraai
D
Verstopping door galstenen

Slide 18 - Quiz

Waar zit een colostoma op de buik?
A
Altijd links
B
Altijd rechts
C
Altijd in de onderbuik
D
Kan verschillend zijn

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN symptoom bij darmkanker?
A
Bloedarmoede
B
Bloed bij de ontlasting
C
Gewichtsverlies
D
Gewichtstoename

Slide 20 - Quiz

Darmkanker zaait vaak het eerst uit naar de:
A
Longen
B
Lever
C
Nieren
D
Geen van de antwoorden

Slide 21 - Quiz

Mw Keizer ligt bij jou op de afdeling na een low anterior resectie. Welk deel is er dan verwijderd?
A
De hele dikke darm
B
Colon ascendens
C
Sigmoïd en endeldarm

Slide 22 - Quiz

Mevrouw Keizer komt bij jou op de afdeling nadat er in het ziekenhuis een deel van haar darm is weggenomen (resectie) Wat zijn volgens jou de punten waar je op moet letten?

Slide 23 - Question ouverte

geprikkelde buik, ontlasting via stoma, ontlasting via rectum, pijn, lukt eten en drinken, misselijkheid, temperatuur, psychische toestand ivm stoma, niet rectaal temperaturen, geen zetpillen,

Slide 24 - Diapositive

Wanneer legt men een urostoma aan?
A
Blaaskanker
B
Slechte blaasfunctie
C
Ontsteking van de blaaswand
D
Alle antwoorden

Slide 25 - Quiz

Redenen om een urostoma aan te leggen
Blaaskanker
Een aangeboren of afwijking
Ernstige urine-incontinentie of herhaalde urineweginfecties
Interstitiële cystitis
Een trauma

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive