4.4 Geleedpotigen en gewervelden

4.4 Geleedpotigen en gewervelden

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4 Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg lesstof BS 4.4





Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 4.4
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten

  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar oa. de bouw en de manier van voortplanten

Slide 3 - Diapositive

Indeling van het dierenrijk
Indeling dierenrijk in 7 stammen

 Geleedpotigen en gewervelden 
bespreken we deze les

Slide 4 - Diapositive

Geleedpotigen
Kenmerken:
  • Uitwendig skelet = een pantser
  • Poten zijn geleed, bestaan uit kleine stukjes --> De stukjes heten leden
  • Lichaam is ook opgebouwd in stukjes = segmenten (met poten daaraan)

Slide 5 - Diapositive

Geleedpotigen: indeling in 4 groepen
  1. Duizendpotigen: meer dan 10 poten (Hele lijf bestaat uit segmenten)
  2. Kreeftachtigen: 10 poten (Achterlijf bestaat uit segmenten)
  3. Spinachtigen: 8 poten (Kopborststuk en een achterlijf)
  4. Insecten: 6 poten (Kopborststuk en achterlijf)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet met een wervelkolom

Slide 8 - Diapositive

Indelen gewervelden in 5 klassen

  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren

Slide 9 - Diapositive

Indeling gewervelden
Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken:
  1. De huid (veren, schubben, slijm of haar),
  2. De lichaamstemperatuur (koud-/ warmbloedig),
  3. De ademhalingsorganen (longen, kieuwen of huid),
  4. De manier van voortplanten (eieren of levendbarend)
  5. Milieu (land, water in de lucht)

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken van vissen
  1. Tweezijdig symmetrisch.
  2. Heeft een inwendig skelet en heeft een wervelkolom.
  3. De huid is meestal bedekt met schubben.
  4. Het dier leeft in het water.
  5. De vis is koudbloedig, (kan geen eigen warmte aanmaken)
  6. Halen adem met kieuwen (heel soms met longen)
  7. Leggen eieren zonder schaal.

Slide 11 - Diapositive

Kenmerken van amfibieën
  1. Hebben als jong dier kieuwen en als volwassen dier longen.
  2. Ze maken een gedaanteverwisseling (metamorfose) door.
  3. Leggen eieren in het water.
  4. Leven zowel in het water als op het land
  5. Hebben een slijmerige huid.
  6. Koudbloedig.
  7. Inwendig skelet

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van reptielen
  1. Reptielen zijn koudbloedige gewervelde dieren
  2. Ze hebben een droge geschubde huid,
  3. Ze leven veelal op het land, maar ook in het water
  4. Ze halen adem via de longen
  5. Eieren met leerachtige schaal 

Slide 13 - Diapositive

Kenmerken van vogels
  1. De vogels vallen onder de gewervelden. 
  2. Vogels zijn tweezijdig symmetrisch, 
  3. Hebben longen
  4. Huid met veren
  5. Leggen eieren met kalkschaal
  6. Leven vooral in de lucht
  7. Warmbloedig

Slide 14 - Diapositive

Kenmerken van zoogdieren
  1. Zoogdieren-> levendbarend: jongen worden levend geboren
  2. Na de geboorte drinken alle zoogdieren melk bij hun moeder
  3. Zoogdieren hebben longen om adem te halen
  4. Alle zoogdieren hebben haren
  5. Zoogdieren hebben een inwendig skelet
  6. Zoogdieren zijn warmbloedig
  7. Leven op het land

Slide 15 - Diapositive

Warm- en koudbloedig
  • Als de lichaamstemperatuur constant is: Warmbloedig
  • vb mensen

  • Als de lichaamstemperatuur gelijk is aan de omgeving: Koudbloedig
  • vb slangen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Huiswerk
  • Lezen BS 4 Geleedpotigen en gewervelden
  • Maken opdrachten: 1,  4, 5, 6, 7




timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo