Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
les verbes -er
Aujourd'hui
- werkwoorden in het Frans
- werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd.
- in de les: oefening 30 blz 84
hw: herhalen: bron ABEF blz 50+51
maken: oefening 31 blz 85 (+goed doornemen groene blokjes)
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Aujourd'hui
- werkwoorden in het Frans
- werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd.
- in de les: oefening 30 blz 84
hw: herhalen: bron ABEF blz 50+51
maken: oefening 31 blz 85 (+goed doornemen groene blokjes)
Slide 1 - Diapositive
voorbeelden van
werkwoorden
Slide 2 - Carte mentale
Sleep de Nederlandse vertaling naar het juiste Franse werkwoord.
regarder
écouter
détester
aimer
een hekel hebben aan
houden van / leuk vinden
kijken
luisteren
Slide 3 - Question de remorquage
De werkwoorden op -ER
Slide 4 - Diapositive
Stap 1: vind de stam
Haal -er van het werkwoord af.
Bijvoorbeeld: écouter -->
écout
= stam
Slide 5 - Diapositive
Stap 2: kies de juiste uitgang
je stam +
e
tu stam +
es
il / elle / on stam +
e
nous stam +
ons
vous stam +
ez
ils / elles stam+
ent
stap 3: schrijf de stam + de juiste uitgang op!
Slide 6 - Diapositive
Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen!
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles
Slide 7 - Question de remorquage
Wat is het hele werkwoord van:
regardent
Slide 8 - Question ouverte
Vervoeg het werkwoord arreter
Slide 9 - Question ouverte
Een woord vervangen door il, elle, ils of elles
(pagina 85)
Eerst in het Nederlands:
Paul woont in Parijs --> hij woont in Parijs
Het huis is mooi --> Het is erg groot
Simone fietst iedere dag naar school --> Zij is sportief
Slide 10 - Diapositive
Nous (écouter)
Slide 11 - Question ouverte
Je (trouver)
A
trouve
B
trouves
C
trouvez
D
trouvent
Slide 12 - Quiz
vous (donner)
A
donnons
B
donnez
C
donnent
D
donnes
Slide 13 - Quiz
Fabien et Amélie (chercher)
A
cherchons
B
cherchez
C
cherchent
D
cherches
Slide 14 - Quiz
Elle (aimer)
A
aimes
B
aimet
C
aime
D
aiment
Slide 15 - Quiz
Emma (danser)
A
danset
B
danses
C
danse
D
dansez
Slide 16 - Quiz
Ils (jouer)
A
jou
B
jouent
C
joues
D
joue
Slide 17 - Quiz
Mes parents (parler)
A
parlez
B
parles
C
parlons
D
parlent
Slide 18 - Quiz
Faire: exercice 30+31 p. 84+85+86
16c (ensemble)
16 ad (individuellement)
17 abc
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
les verbes -er
Janvier 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
les verbes -er
Mai 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
les verbes -er
Décembre 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
présent- regelmatige werkwoorden -er Frans
Août 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
regelmatige werkwoorden -er Frans
Octobre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3 - regelmatige werkwoorden -er Frans
Septembre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
les verbes -er présent
Avril 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
les verbes -er
Décembre 2019
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1