Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herhalingsles
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert:
Hoe voortplantingsorganen zijn gebouwd.
Hoe een zaadcel en een eicel bevrucht.
Met welke voorbehoedmiddelen je een zwangerschap voorkomt.
Hoe bij een zwangerschap het kindje groeit en hoe het wordt geboren.
Waarom op je ouders lijkt.
Slide 2 - Diapositive
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken?
A
Secundaire zijn aanwezig bij geboorte, primaire ontwikkelen zich later
B
Primaire zijn aanwezig bij geboorte, secundaire ontwikkelen zich later
C
Er is geen verschil
Slide 3 - Quiz
Primaire geslachtskenmerken:
Lichamelijke kenmerken vanaf de geboorte waar aan je het geslacht/sekse herkend
Jongens:
Penis en balzak
Meisjes
Vagina en schaamlippen
Secundaire geslachtskenmerken:
man:
Schaamhaar
Haargroei op borst, oksels en gezichtsbeharing
Baard in de keel, lagere stem
vrouw:
Schaamhaar
okselhaar
Borsten ontwikkeling
Bredere heupen
Slide 4 - Diapositive
Ongeveer vanaf 12 jaar ga je veranderen….
Lichamelijk:
Groeispurt
Secundaire geslachtskernmerken
Meisjes worden voor het eerst ongesteld
Jongens krijgen zaadlozingen
Geestelijk:
Volwassen worden
Seksualiteit
Sociaal
Manier van denken
Manier van doen
Slide 5 - Diapositive
Is het hebben van een maagdenvlies een betrouwbare manier om erachter te komen of iemand nog maagd is?
A
Alleen als het maagdenvlies op de dag van de seks nog heel is
B
Ja, als het maagdenvlies nog heel is, is er geen sprake geweest van seks
C
Alleen als het maagdenvlies na de seks nog heel is
D
Nee, het maagdenvlies kan op verschillende manieren en momenten scheuren, ook zonder seks
Slide 6 - Quiz
Mannelijke geslachtscel is een .......
A
Eicel
B
Zaadcel
Slide 7 - Quiz
Zaadleider
Balzak
Prostaat
Teelbal
Penis
Zaadblaasje
Bijbal
Urinebuis
Slide 8 - Question de remorquage
geslachtsorgaan man
Slide 9 - Diapositive
Welk onderdeel is de vagina?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quiz
Geslachtsorgaan: vrouw
Slide 11 - Diapositive
Een eicel is .....
A
kleiner dan de zaadcel
B
even groot als een zaadcel
C
groter dan een zaadcel
Slide 12 - Quiz
zaadcel
Eicel
Slide 13 - Diapositive
Menstruatie cyclus
Dag 1 t/m 7 menstruatie
Dag 8 t/m 10 slijmvlies wordt dikker
Dag 11 t/m 15 vruchtbare periode
Dag 14 eisprong
Dag 16 t/m 25
Eicel sterft wordt en opgenomen in het bloed
Slijmvlies wordt dikker
26 t/m 28 slijmvlies laat los
Slide 14 - Diapositive
Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder. Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.
Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Tijdens de ovulatie
Slide 15 - Question de remorquage
Noem een anticonceptiemiddel
Slide 16 - Question ouverte
Is een condoom een veilige methode van anticonceptie?
A
veilig
B
niet veilig
Slide 17 - Quiz
Anticonceptie wordt gebruikt om zwangerschap te voorkomen, maar ook om menstruatiecyclus te regelen.
anticonceptie is nooit 100% betrouwbaar
verschillende voorbeelden: pil, prikpil, condoom, vrouwencondoom, hormoonstaafje, spiraal en hormoonpleister
Slide 18 - Diapositive
Als een eicel bevrucht wordt, waar is de eicel dan?
A
eierstokken
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Vader met 46 chromosomen Moeder met 46 chromosomen Hoe krijg jij 46 chromosomen?
A
23 van vader en
23 van moeder
B
Elke keer anders, als het er maar 46 zijn
C
46 van moeder
D
46 van vader
Slide 21 - Quiz
Tijdens de bevrucht wordt jouw bouwbeschrijving gemaakt en opgeslagen in de celkern. In jouw bouwbeschrijving staat al jouw erfelijkmateriaal (kernmerken), zoals de kleur van je ogen en dat je een jongen of meisje bent.
Slide 22 - Diapositive
zijn er nog vragen?
Slide 23 - Question ouverte
Welk cijfer geef je deze manier van les geven?
Slide 24 - Sondage
Ik heb gevoel dat ik door deze herhalingsles een beter cijfer ga halen
Mee eens
oneens
Slide 25 - Sondage
Wat zou er beter kunnen tijdens een herhalingsles?
Slide 26 - Question ouverte
Ik denk dat ik een voldoende ga halen voor de toets
Ja
Ik moet nog beginnen met leren
Ik hoop het....
Nee
Slide 27 - Sondage
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
De hypofyse maakt hormoon.
Zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.
De jongen heeft zijn eerste zaadlozing.
In de zaadballen start de zaadcelproductie.
Het bloed vervoert het hypofysehormoon naar de geslachtsorganen.