Economie H7 par. 4 de overheid ruilt over tijd HSX bezig

H7 par. 4 
De overheid ruilt over de tijd
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H7 par. 4 
De overheid ruilt over de tijd

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
- Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota zijn;
- Je kunt voorbeelden geven van uitgaven voor de collectieve sector;
- Je kunt vertellen hoe  de overheid aan haar geld komt;
- Je kunt vertellen wat  een begrotingstekort of overschot is;
- Je kunt uitleggen dat de overheid ruilt over de tijd voor een begrotingstekort of -overschot.

Slide 2 - Diapositive

Rijksbegroting en miljoenennota
Net als gezinshuishoudens en bedrijven, heeft ook de overheid inkomsten en uitgaven.
De overheid maakt hiervan jaarlijks de Rijksbegroting.

Jaarlijks, tijdens Prinsjesdag, informeert de overheid haar burgers hierover met behulp van de Miljoenennota.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Sociale zekerheid
We kunnen de sociale zekerheid in twee groepen verdelen: sociale verzekeringen en sociale voorzieningen. 
De sociale verzekeringen worden gefinancierd uit premies die de werkgevers inhouden en afdragen. 
De sociale voorzieningen worden betaald uit belastinggelden, ook wel algemene middelen genoemd.

Slide 5 - Diapositive

Rijksbegroting & Miljoenennota

Slide 6 - Diapositive

Inkomsten voor het Rijk
  • Directe belastingen
  • Indirecte belastingen
  • Sociale premies
  • Niet-belasting ontvangsten (aardgas, boetes)

Slide 7 - Diapositive

Directe en indirecte belasting

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Sociale verzekeringen
Werknemersverzekeringen:

Deze zijn alleen voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt.
  
De belangrijkste: WW voor werklozen en WIA voor arbeidsongeschikten
Volksverzekeringen:

Hier hebben alle inwoners van Nederland recht op.

De belangrijkste: AOW voor ouderen en ANW voor de achterblijvende partner na overlijden.

Slide 10 - Diapositive

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort =    uitgaven > inkomsten
     
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot =    uitgaven < inkomsten
     
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 13 - Quiz

Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 14 - Quiz

Juist of onjuist?
De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 16 - Quiz

Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
61,2%
B
30,6%
C
30,5%
D
30,7%

Slide 17 - Quiz

Bij welke sociale verzekering hoort de WW (werkloosheidswet) ?
A
volksverzekering
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekering
D
AOW

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies en sociale voorzieningen worden betaald uit belastingontvangsten
B
Sociale verzekeringen zijn voor alle inwoners en sociale voorzieningen alleen voor mensen in loondienst
C
Sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen uit volksverzekeringen
D
Sociale verzekeringen gaan uit van het solidariteitsbeginsel en sociale voorzieningen niet

Slide 19 - Quiz

Hoe worden de sociale verzekeringen betaald
A
premies die inghouden worden op het bruto loon
B
Deze worden betaald met de belastingen

Slide 20 - Quiz

Waaruit bestaat de sociale verzekeringen?
A
zorgverzekering
B
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
C
Sociale voorzieningen en sociale verzekeringen
D
Verzorgingsstaat

Slide 21 - Quiz

Er zijn twee soorten sociale verzekeringen: werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

SOCIALE VERZEKERINGEN WORDEN BETAALD MET
A
BELASTINGEN
B
UITKERINGEN
C
BOETES
D
PREMIES

Slide 23 - Quiz