Examentraining Water H123

Examentraining Water
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Examentraining Water

Slide 1 - Diapositive

Quiz
Even kijken wat jullie nog weten..

Slide 2 - Diapositive

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 3 - Quiz

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 4 - Quiz

Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling

Slide 5 - Quiz

Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden

Slide 6 - Quiz

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Boezem
Binnenwater
Buitenwater

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging

Slide 8 - Question de remorquage

Korte kringloop
Lange kringloop
Korte 
Kringloop
Bovenloop
Benedenloop

Slide 9 - Question de remorquage

Als water gaat bevriezen, welke vorm krijgt het dan?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast
D
Blijft gewoon water

Slide 10 - Quiz

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 11 - Quiz

Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water 2= zoet water 3= brak water
B
1 = zoet water 2= zout water 3= brak water
C
1= brak water 2= zoet water 3= zout water
D
1= zoet water 2= brak water 3= zout water

Slide 12 - Quiz

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 13 - Question de remorquage

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie

Slide 14 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Aquifer
B
Wadi
C
Fatamorgana
D
Oase

Slide 15 - Quiz

Waar haalt Israel het zoete water niet vandaan?
A
Meer van Kinneret
B
Rivier de Jordaan
C
Aquifers
D
Dode Zee

Slide 16 - Quiz

Een aquifer is een duurzame waterbron..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

In China is de hoeveelheid water ongelijk verdeeld, waar is een overschot aan water?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 18 - Quiz

De Huang He heeft heel veel vruchtbare grond in het Noord-Chinese Laagland neergelegd.

→ Wat is de belangrijkste oorzaak van die sterke sedimentatie?



A
Sterke bodemerosie in de bovenloop en een lage stroomsnelheid in de benedenloop.
B
Een sterke stroming in de bovenloop en een groot hoogteverschil in de benedenloop.
C
Veel neerslag in de bovenloop en weinig neerslag in de benedenloop.
D
Weinig water in de bovenloop en een brede rivier in de benedenloop.

Slide 19 - Quiz

Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor

Slide 20 - Quiz

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe noemen we dit water?
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Cappilair water
D
Drinkwater

Slide 22 - Quiz

Zwart water is water van de douche, de wasmachine en de keuken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Hoe komt de Gele Rivier aan zijn kleur?
A
Door de verffabriek die in de bovenloop staat
B
Door de lossgrond die de rivier in spoelt of waait
C
Door de chemische vervuiling van alle fabrieken
D
Door dat er veel water uit de rivier wordt gehaald voor irrigatie

Slide 24 - Quiz

In welk deel van China vindt veel geïrrigeerde landbouw plaats?
A
Oosten
B
Westen
C
Zuiden
D
Noorden

Slide 25 - Quiz

De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Bovenloop
D
Rivierdelta

Slide 26 - Quiz

Waar of niet waar? Droogmakerijen heten zo omdat het meren waren die zijn drooggemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Het wegpompen van water uit polders heet ... ?
A
Pompen of verzuipen
B
Verpolderen
C
Kunstmatige afwatering
D
Kunstzinnige afwikkeling

Slide 28 - Quiz

Waar of niet waar? Reliëf is hoogteverschillen in een landschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast

Slide 30 - Quiz

En nu?
Zoek op wat je nog niet hebt begrepen.. 

Slide 31 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een steppe en een woestijn?
A
In een woestijn groeit alleen maar gras, een steppe heeft ook bomen
B
In een steppe groeit nog gras, in een woestijn is het zelfs daar te droog voor
C
Er is geen verschil, het zijn allebei droge klimaten
D
Een woestijn is heter dan een steppe

Slide 32 - Quiz