- Chronologische of lineaire structuur: gebeurtenissen worden in volgorde verteld waarin ze zich hebben afgespeeld;
- Cirkelstructuur: het verhaal begint bij het einde; gaat terug naar het begin en eindigt weer bij het eind;
- Alternerende of afwisselende structuur: het verhaal wordt door verschillende personen verteld, die vaak niet op dezelfde locatie zijn.
- Fragmentarische structuur: Het verhaal begint in het midden van de gebeurtenissen en gedurende het verhaal zijn er flashbacks en flashforwards.