Leesvaardigheid

WELCOME
3 lessons left:
1: reading strategy + oefenen (ook voor thuis)
2: unknown words & vraagwoorden
3: oefentoets
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELCOME
3 lessons left:
1: reading strategy + oefenen (ook voor thuis)
2: unknown words & vraagwoorden
3: oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we al over leesvaardigheid? Denk aan strategieën, soorten teksten, soorten vragen, tips&tricks...

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Training Leesvaardigheid
Allemaal trucjes

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

GET TO WORK
Do you know ReadTheory?

Let me explain 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

WELCOME
3 lessons left:
1: reading strategy + oefenen (ook voor thuis)
2: unknown words & vraagwoorden
3: oefentoets

Slide 12 - Diapositive

Hoe ga ik om met onbekende of moeilijke woorden in een leestekst?

Slide 13 - Question ouverte

UNKNOWN WORDS
Lees over onbekende woorden heen, concentreer je niet op wat je niet begrijpt, maar juist op wat je wél begrijpt.

Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen en kan je deze niet uit context raden? Maak dan gebruik van je woordenboek.

Dit kost veel tijd. Zorg dus dat je keuzes maakt in welke woorden belangrijk zijn en welke niet.

Slide 14 - Diapositive

WOORDENBOEK
Een woordenboek vermeld alleen de basisvorm. Voor werkwoorden geldt dat alleen het hele werkwoord is opgenomen en voor zelfstandige naamwoorden alleen de enkelvoudige vorm.


He sided with the winner. 

Je wilt het woord sided opzoeken, dus zoek je side (sided  is de verleden tijd)

Slide 15 - Diapositive

I drew a picture of him. (drew)

Zoekterm:
A
Drew
B
Draw
C
Drawn
D
Drawing

Slide 16 - Quiz

The sides of the square are equal. (sides)

A
Sides
B
Side

Slide 17 - Quiz

UNKNOWN WORDS
Welke betekenis moet ik nemen?

  • bepaal met welke woordsoort je te maken hebt. Side als zelfstandig naamwoord heeft een hele andere betekenis dan side als werkwoord.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

THV
Vragen in het Engels

Slide 26 - Diapositive

Why did Alice leave summer camp?
What time is the train to Germany leaving?
How did the dog find the hidden ball?
Who is Bob's best friend?
To whom dit Tom give flowers?

Slide 27 - Diapositive

GET TO WORK

Slide 28 - Diapositive

LINKING WORDS
Signaalwoorden zijn belangrijk, omdat ze je helpen de structuur van een tekst beter te begrijpen. Ze geven namelijk een verband aan.


Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
However
For example
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 31 - Question de remorquage

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 32 - Quiz

Get to work
What?
Exercise 2 on hand-out

How?
Alone or in pairs (breakout rooms)

Howlong?
30-45 minutes

timer
15:00

Slide 33 - Diapositive

2a. When do you say 'farewell' to someone?

Slide 34 - Question ouverte

2b. Who is the text about?

Slide 35 - Carte mentale

3. What do you see? What are some characteristics of the cat?

Slide 36 - Diapositive

In opdracht 6 heb je moeilijke woorden onderstreept, wat waren deze woorden?

Slide 37 - Carte mentale

Slide 38 - Diapositive

2. Even though she looked different, she was a normal cat. Wat geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Oorzaak

Slide 39 - Quiz

3. She was also born with an under-bite. Wat geeft dit signaalwoord aan?
A
Voorbeeld
B
Vergelijking
C
Opsomming

Slide 40 - Quiz

4a. What does the word 'grumpy' mean?

Slide 41 - Question ouverte

4b. Why was the cat called Grumpy cat?

Slide 42 - Diapositive

What does 'merchandise' mean?

Slide 43 - Carte mentale

6. What does 'to continue' mean (line 32)?
A
to get something by paying a lot of money
B
to keep existing or happening without stopping
C
to make something or somebody do what you want

Slide 44 - Quiz

7. Read the following statements. Which ones are true?
A
statement 1 and 4 are true
B
statement 1 and 2 are true
C
Statement 2 and 3 are true
D
Only statement 4 is true

Slide 45 - Quiz

Oefenen, oefenen, oefenen
Wil je nou extra oefenen met leesvaardigheid?
Ga naar examenblad.nl of readtheory.org

Slide 46 - Diapositive