2K: paragraaf 6.4 en 6.5 - Vergroten

Paragraaf 6.4 en 6.5 
  • Schaal en schaal berekenen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 6.4 en 6.5 
  • Schaal en schaal berekenen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen? 
  • uitleg hoofdstuk 6.4
  • aan het werk met hoofdstuk 6.4
  • uitleg hoofdstuk 6.5
  • aan het werk met hoofdstuk 6.5

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les heb je geleerd wat het begrip schaal betekent. 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd om te rekenen met de schaal. 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd om de schaal te berekenen. 

Slide 3 - Diapositive

Herhaling 
Bereken de factor en onbekende zijde. 

Slide 4 - Diapositive

Uitleg 6.4: Schaal 
Op schaal maken --> iets kleiner maken (bijv. modelauto). 
Schaal 1:18 --> 1 cm is in werkelijkheid 18 cm. (18x zo groot). 

De factor = 18 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Oefenen: de schaal
schaal 1:50 

De modelauto is 9 cm. lang. 
Hoelang is de auto in werkelijkheid? 

Slide 7 - Diapositive

Schaal 1 : 65.
De modeltrein is 43 cm. lang.
Hoelang is de trein in het echt?

Slide 8 - Question ouverte

De schaal 1 : 4,5
De model iphone is 40 mm.
Hoe groot is de iPhone
in werkelijkheid in cm?

Slide 9 - Question ouverte

Aan het werk
blz. 211+212: opdrachten 21, 22, 23, 24 en 25
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

Uitleg 6.5: schaal berekenen
1. Meet in de tekening de lengtemaat. 
2. Maak een pijlenketting en zet de maten op de juiste plek. 
3. Bereken de factor. 
4. Schrijf de schaal op. 
In de tekening  --- x --->  in werkelijkheid

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Oefenen: schaal berekenen
  1. De kast is 7 cm. breed. 
    In werkelijkheid is hij 1,68 m. 
  2. 7 cm. ---x---> 168 cm. (omrekenen). 
  3. De factor is 168 : 7 = 24
  4. De schaal is 1:24


7 cm breed

Slide 13 - Diapositive

Bereken de schaal.
Het konijn is 3,5 cm. hoog.
In werkelijkheid is hij 15,75 cm. hoog.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de schaal?
De auto hiernaast is 75 mm hoog.
In werkelijkheid is hij 15 cm. hoog.

A
1:20
B
1:200
C
1:2
D
1:0,2

Slide 15 - Quiz

Wat is de schaal?
De stoel hiernaast is 12 dm. hoog.
In werkelijkheid is de stoel 1,5 m. hoog.
A
1 : 1,25
B
1: 8
C
1 : 0,8
D
1 : 0,125

Slide 16 - Quiz

Aan de slag! 
Huiswerk: 
hoofdstuk 6.4  som 21, 22, 23, 24 en 25 (blz. 211)
Hoofdstuk 6.5 som 28, 29 31, 32 (blz. 215-216)

Slide 17 - Diapositive