Eukaryoten V4

Eukaryoten
H4 
thema evolutie
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Eukaryoten
H4 
thema evolutie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze les kun je:
  • prokaryoten en eukaryoten uit elkaar houden
  • wat kenmerken van eukaryoten zijn
  • benoemen welke groepen eukaryoten er zijn

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prokaryoten
Eukaryoten
Bacteriën
Archaea
Eencelligen
Schimmels
Planten
Dieren
gisten
cyanobacterien

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Eukaryoten
Bestaan uit o.a.:
celkern, andere organellen (bijv mitochondrieën, golgi-appartaat en soms chloroplasten)

  • schimmels
  • planten
  • dieren

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eukaryoten
  • rijken:  schimmels, planten, dieren, eencellige eukaryoten
  • wel een celkern en organellen
  • met een celwand: schimmels en planten
  • zonder celwand: dieren en eencellige eukaryoten
  • autotroof of heterotroof

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels
  • heterotroof
  • geen chlorofyl 
  • afbraak organische stoffen
  • Soorten:
    - gisten (eencellig)
    - meercellige schimmels (meestal met schimmeldraden (hyfen)) en sporen (soms bijv. in paddestoelen))
  • Positief; bereiding van voedsel (kaas, sojasaus, bier etc, brooddeeg, penicilli etc.)
  • Negatief; Voedselbedref, zwemmerseczeem etc.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gisten (schimmels)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmel
Sporen

2
sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan
3
penicilline
Van de penseelschimmel wordt het medicijn penicilline gemaakt. 
Dat wordt gebruikt om bacteriën te bestrijden. Penicilline is een antibiotica.
Schimmeldraad
De schimmeldraden groeien naar boven.
4
voortplanting
Een schimmel plant zich voort door sporen.
Deze ontstaan aan het einde van de schimmeldraad.
1
100 x vergroot

Slide 9 - Diapositive

uitleg:
sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan
Meercellige schimmels
Meercellige schimmels bestaan uit draden, de hyfen. Deze vormen een groot netwerk, het mycelium

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontdekking penicilline
Alexander Flemings ontdekking van penicilline is één voorbeeld van een toevallige ontdekking.

Die vond in 1928 plaats toen hij een petrischaaltje met  bacteriën en een beetje schimmel op zijn laboratoriumtafel liet staan terwijl hij twee weken met vakantie ging. 

Hij kwam thuis en zag dat dáár waar de schimmel zat, de bacteriën dood waren. De schimmel (de penseelschimmel / Penicillinium)  gaf een stofje af dat de bacteriën doodde.  
Flemming gaf dat stofje de naam penicilinne. 

Hij had een antibioticum ontdekt!
In de vorige eeuw stierven veel mensen doordat ze ontstekingen hadden die door bacteriën veroorzaakt werden. 
Doordat Fleming de penicilline ontdekte, kunnen nu veel ziekten die door bacteriën worden veroorzaakt, worden genezen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige schimmels


Speciale soorten schimmels spelen een rol bij het maken van voedingsmiddelen.

Champignons en cantharellen zijn schimmels die we kunnen eten.
Schimmelkaas
1
Gist is een eencellige schimmel.
Gebruikt voor het rijzen van deeg
2
Schimmel speelt een rol bij maken van bier / wijn
3
cantharellen en champignons
4

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

planten
  • autotroof (chloroplasten)
  • cellulose
  • Indeling groepen op basis van:
    - aantal cellen
    - voortplanting
    - intern transport

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dieren
  • geen celwand
  • heterotroof (geen chlorofyl) 
  • (bijna) allemaal diploïd
  • criteria indeling gebeurd op basis van:
    - een of meercelligheid
    - symmetrie
    - soort skelet
    - resultaten moleculair onderzoek

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Eencelligen
  2. Sponzen
  3. Holtedieren
  4. Platwormen
  5.  Rondwormen
  6. Ringwormen
  7. Weekdieren
  8. Geleedpotigen
  9. Stekelhuidigen
  10. Gewervelden

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

eencelligen
eencelligen bestaan maar uit 1 cel.
Deze neemt direct uit de omgeving zuurstof op.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amoebe

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amoebe
Een amoebe heeft een celmembraan en een celkern. Hij is een soort eencellig dier.

De amoebe beweegt door het cytoplasma te verplaatsen in zijn schijnvoetje. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleedpotigen
Een uitwendig skelet (pantser).

Wesp: 6 poten
Spinnen: 8 poten
Garnalen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

exoskelet in de natuur
gemaakt van chitine of calcium

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie hebben geen celwand?
A
schimmels
B
alle eukaryoten
C
alle prokaryoten
D
dieren

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat onderscheidt planten van schimmels?
A
celwand
B
sporen
C
chloroplasten
D
wortels

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

schimmel
plant

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie hoofdgroepen eukaryoten maken we?
A
Bacteriën, dieren en planten.
B
Planten, schimmels en dieren.
C
Dieren, virussen en schimmels.
D
Planten dieren en prokaryoten.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

eencellige
spons
holtedier
platworm
rondworm
ringworm
weekdier
geleedpotige
stekelhuidige
gewervelde
asymetrisch en geen skelet
asymmetrisch en zit vast aan zeebodem
radiaal symmetrsich met tentakels
bilateraal symmetrisch vaak parasitair
bilateraal symmetrisch met ronde dwarsdoorsnede vaak parasitair
bilateraal symmetrisch dwarsdoorsnede is rond en lichaam bestaat uit segmenten
bilateraal symmetrisch met vaak exo-skelet (huis of schelp)
bilateraal symmetrisch met exoskelet van chitine
radiaal symmetrisch met een huid bedekt met stekels of knobbels
bilateraal symmetrisch met endoskelet (geraamte)

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

eencellige
spons
holtedier
platworm
rondworm
ringworm
weekdier
geleedpotige
stekelhuidige
gewervelde

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een pantoffeldiertje?
A
Een eencellige eukaryoot
B
een bacterie
C
Een schimmel die vooral in pantoffels en schoenen woont

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Pantoffeldiertje

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions