U3 app 7

U3 app 7
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

U3 app 7

Slide 1 - Diapositive

c' est quoi
A
wat is dat
B
het is
C
waar is het

Slide 2 - Quiz

ce truc
A
een truc
B
dat ding
C
een ding
D
die truc

Slide 3 - Quiz

en papier
A
van papa
B
van hier
C
van papier

Slide 4 - Quiz

Wat is dat, dat ding van papier?

Slide 5 - Question ouverte

c' est
A
het is
B
wat is
C
hij is

Slide 6 - Quiz

un animal
A
een animatie
B
een dier
C
het dier

Slide 7 - Quiz

de taille moyenne
A
met een middel
B
met een matige taille
C
van gemiddeld formaat/grootte

Slide 8 - Quiz

qui
A
dat
B
wie
C
die

Slide 9 - Quiz

pèse (peser)
A
pees (pezen)
B
weegt (wegen)
C
pest (pesten)

Slide 10 - Quiz

lourd
A
zwaar
B
licht
C
mooi

Slide 11 - Quiz

C' est un animal de taille moyenne qui pèse lourd.

Slide 12 - Question ouverte

ça sert à
A
het is om
B
dat is om
C
dat dient om

Slide 13 - Quiz

protéger
A
aanvallen
B
proberen
C
beschermen

Slide 14 - Quiz

ton portable
A
je mobiel
B
jouw mobiel
C
mijn mobiel
D
zijn mobiel

Slide 15 - Quiz

Dat is/dient om je mobiel te beschermen.

Slide 16 - Question ouverte

tu veux dire...?
A
wil je zeggen...?
B
bedoel je ...?

Slide 17 - Quiz

le haut bâtiment
A
de vleermuis
B
het hoge gebouw
C
de lange wedstrijd

Slide 18 - Quiz

en verre
A
van glas
B
van veren
C
van veraf

Slide 19 - Quiz

Tu veux dire le haut bâtiment en verre?

Slide 20 - Question ouverte

on se voit
A
men gooit
B
men vuurt
C
we zien elkaar

Slide 21 - Quiz

à côté de
A
op
B
achter
C
links van
D
naast

Slide 22 - Quiz

la station de métro
A
het metrostation
B
het treinstation
C
het fietsenhok
D
de garage

Slide 23 - Quiz

vers
A
vers
B
tegen
C
om

Slide 24 - Quiz

huit heures
A
6 uur
B
10 uur
C
3 uur
D
8 uur

Slide 25 - Quiz

We zien elkaar naast het metrostation tegen acht uur.

Slide 26 - Question ouverte

à gauche de
A
rechts van
B
links van
C
naast
D
bovenop

Slide 27 - Quiz

du café
A
dure koffie
B
van het café
C
van de koffie
D
dure café

Slide 28 - Quiz

il y a
A
staat er
B
er is
C
ligt er

Slide 29 - Quiz

une vieille église
A
een lelijke kerk
B
een vreemde kerk
C
een oude kerk

Slide 30 - Quiz

en bois
A
in een doos
B
van hout
C
van glas

Slide 31 - Quiz

À gauche du café, il y a une vieille église en bois.

Slide 32 - Question ouverte