Omrekenen met...

Omrekenen met meters
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Omrekenen met meters

Slide 1 - Diapositive

Ezelsbruggetje: kan het dametje met de cm meten?
Schrijf even op een blaadje, zodat je hem bij de volgende sommen kunt gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

2 hm = ... m

Slide 3 - Question ouverte

5,3 km = ... hm

Slide 4 - Question ouverte

17 cm = ... m

Slide 5 - Question ouverte

290 dm = ... dam

Slide 6 - Question ouverte

1500 m = ... km

Slide 7 - Question ouverte

498 cm = ... mm

Slide 8 - Question ouverte

1 hm is ... meter?

Slide 9 - Question ouverte

Hoeveel mm gaan er in 1 cm?

Slide 10 - Question ouverte

Ik meet in meters als ik moet weten hoeveel schutting ik in de tuin moet plaatsen?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

De dikte van papier wordt in .... aangegeven.
A
cm
B
dm
C
mm
D
m

Slide 12 - Quiz

Omrekenen met liters
Hier kan je hetzelfde ezelsbruggetje voor gebruiken.

Slide 13 - Diapositive

4 dal = ... liter

Slide 14 - Question ouverte

1.000 kl = ... liter

Slide 15 - Question ouverte

40 ml = ... cl

Slide 16 - Question ouverte

16 hl = ... dal

Slide 17 - Question ouverte

980 hl = ... dl

Slide 18 - Question ouverte

Hoeveel liter past er in 1 dm3 ?

Slide 19 - Question ouverte

1 pond is ... gram?

Slide 20 - Question ouverte

1 ons is .... gram?

Slide 21 - Question ouverte

Hoeveel gram is een baby van 4 pond en 3 ons?

Slide 22 - Question ouverte

Ik bestel bij de slager 1 kilo kip,
hij vraagt of het een onsje meer mag zijn. Hoeveel gram?

Slide 23 - Question ouverte

Ik haal twee pond zakken koffie in de supermarkt. Hoeveel gram koffie?

Slide 24 - Question ouverte

Bij de omtrek van een grasveld meet ik?

Slide 25 - Question ouverte

Welke formule gebruik ik om een oppervlakte op te meten van bijv. de vloer?

Slide 26 - Question ouverte

De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3

Slide 27 - Quiz

De inhoud van een zwembad druk ik uit in?
A
m
B
m3
C
m2

Slide 28 - Quiz

Wat is de formule van inhoud?
Om bijvoorbeeld op te meten hoeveel water er in een zwembad moet.

Slide 29 - Question ouverte

Wat is de inhoud van een zwembad van 2 meter breed, 5 meter lang en 2 meter diep?
A
10m3
B
10m2
C
20m2
D
20m3

Slide 30 - Quiz

tijd voor een bordspel

Slide 31 - Diapositive