4.2 De voedselproductie

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet hoe je duurzamer voedsel kunt produceren.

  • Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig is om voedsel te telen en op welke manier we duurzamer met voedsel om kunnen gaan.

Slide 2 - Diapositive

Houd je van ananas op pizza?
Ja
Nee
Ik hou niet van pizza!

Slide 3 - Sondage

Uit welk werelddeel komt de ananas die op je pizza zit?
A
Europa
B
Azië
C
Zuid-Amerika
D
Australië

Slide 4 - Quiz

Naast ananas hebben wij nog ham en kaas op pizza Hawaï !
In Nederland hebben wij: 
  • Meer dan 12 mln. varkens

  • Meer dan 3,8 mln. runderen.

  • Meer dan 100 000 000 mln. kippen.


 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welk voedsel kun je het beste eten om je voetafdruk te verkleinen?
A
Voedsel met zoveel mogelijk calorieën per 100 gram.
B
Voedsel met zo weinig mogelijk calorieën per 100 gram.
C
Dat hangt er vanaf hoeveel ruimte nodig is voor de productie ervan.
D
Dat maakt niet uit. Het gaat niet om wat je eet maar om hoeveel.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Duurzame voedselproductie
1. Minder weggooien (dus geen gekke vormen van een komkommer weggooien, kopen wat je nodig hebt)
2. Ruimte besparen door voedselfabrieken te bouwen (bron 9)
3. Biologische landbouw (geen / minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken)
4. Genetische modificatie (gewassen aanpassen zodat ze tegen droogte en ziekten kunnen)

Slide 9 - Diapositive

Wat verandert er in de voedselindustrie?
Best veel. We kijken naar schaalvergroting, intensivering en biologisch voedsel.
Biologisch
Biologische landbouw gebruikt minder bestrijdingsmiddelen en geeft dieren meer ruimte.
Schaalvergroting
Bedrijven maken heel veel van hetzelfde soort voedsel. Ze kunnen dit zo veel efficiënter doen
Intensivering
Bedrijven die aan intensivering doen gebruiken kennis en geld voor een hogere opbrengt. Dit zit vol met moderne technologie.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Koppel de tekstjes en foto's aan de juiste
manier van voedsel verbouwen.
Biologisch    
Schaalvergroting


.
Intensivering
Dit vind ik zelf
het beste idee!
Goed voor dieren, slecht voor de voetafdruk
Gigantische bedrijven zijn efficiënter

Slide 12 - Question de remorquage

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?
A
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
B
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
C
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
D
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Slide 13 - Quiz

Het tropisch regenwoud moet plaats maken voor akkers. Door de akkers neemt de biodiversiteit in het gebied
A
toe
B
af

Slide 14 - Quiz

De kap van het tropisch regenwoud zorgt ervoor dat er ....... CO2 wordt opgenomen. Wat moet er op de puntjes staan
A
Minder
B
Meer

Slide 15 - Quiz

Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
Je weet hoe voedsel de voetafdruk beïnvloedt
Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig om voedsel te produceren.
Je weet van schaalvergroting en intensivering zijn en hoe
je duurzamer kunt produceren.

Slide 16 - Question de remorquage

Aan de slag!
Lees par. 4.2 + maak opdrachten (online of werkboek)

Slide 17 - Diapositive