Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Oefenopdrachten 1 t/m 2
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De ruileenheid van een LETS is op landelijk niveau geen geld. Binnen de groep van gebruikers voldoet de ruileenheid van een LETS aan alle functies van geld.
Om welke reden is de ruileenheid van een LETS op landelijk niveau geen geld?
Slide 3 - Question ouverte
Noem twee geldfuncties die de ruileenheid van een LETS vervult binnen de groep van gebruikers. Licht elke genoemde functie toe.
Slide 4 - Question ouverte
Noem twee nadelen van het ruilen volgens een LETSysteem. Licht elk nadeel toe.
Slide 5 - Question ouverte
Is er bij een transactie bij een LETSysteem sprake van formele of informele economie? Verklaar het antwoord.
Slide 6 - Question ouverte
Op een markt met volkomen concurrentie gelden de in figuur A van de bijlage getekende vraag- en aanbodlijn (vraag en aanbod in miljoenen stuks). Waarom kan een aanbieder op een markt met volkomen concurrentie in het algemeen geen prijsbeleid voeren?
Slide 7 - Question ouverte
Info
Voor de overheid geeft de marktsituatie aanleiding de prijs vast te stellen op € 12. Deze prijs is in de figuur A getekend als een horizontale lijn.
Omdat er bij een prijs van € 12 een aanbodoverschot is besluit de overheid productiequota in te stellen, zodat de productie niet groter wordt dan 6 miljoen stuks. De overheid handhaaft de quota met behulp van controles en boetes bij overschrijding.
Slide 8 - Diapositive
Arceer/Markeer in figuur A van de bijlage het welvaartsverlies ten opzichte van het oorspronkelijke marktevenwicht. Maak een foto en upload
Slide 9 - Question ouverte
antwoord
tekening
Slide 10 - Diapositive
Is er bij een vastgestelde prijs van € 12 sprake van een Pareto-optimum? Licht het antwoord toe
Slide 11 - Question ouverte
Bereken de verandering van de welvaart van de consumenten (in miljoenen euro’s). Is er een toename of een afname?
Slide 12 - Question ouverte
Bereken de verandering van de welvaart van de producenten (in miljoenen euro’s). Is er een toename of een afname?
Slide 13 - Question ouverte
Omdat het handhaven van de productiequota tot veel bureaucratie leidt, beslist de overheid om de quota te schrappen en het aanbodoverschot bij de prijs van € 12 op te kopen.
Slide 14 - Diapositive
Arceer/Markeer het consumentensurplus, en het producentensurplus, als de overheid de overschotten opkoopt. Zet bij het consumentensurplus CS en bij het producentensurplus PS. Upload je tekening
Slide 15 - Question ouverte
antwoord
Slide 16 - Diapositive
De overheid dumpt de opgekochte producten op de wereldmarkt voor een netto prijs van € 5.
Slide 17 - Diapositive
Arceer/Markeer in figuur C het bedrag dat de overheid kwijt is aan de opkoopregeling, rekening houdend met de opbrengsten van de doorverkoop.