' t Kofschip

1 / 51
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

doel van de les:
Je weet weer: 
1) 'T eX-KoF s CH i P en waarvoor het is.
2) de 4 Spellingsproblemen.
3)De 2  variaties (andere situaties).
EN

Kan je ze gebruiken?

Slide 2 - Diapositive

't kofschip

Slide 3 - Diapositive

 t  kofschip?wat is dat?
Een soort schip, maar dat is niet zo belangrijk. 
Het woord heeft belangrijke letters, en het is een manier om deze letters te onthouden.
het gaat om de T - K - F - S - CH - P......en eigenlijk ook de X.
Daarom gebruiken we ook wel het woord: 't EX - KOFSCHIP

Je ziet dat de klinkers in het woord niet meedoen!

Maar waar gebruiken we deze letters en dit woord dan voor?
LET OP!!

Slide 4 - Diapositive

Het gaat om de verleden tijd.
Bijvoorbeeld de voltooide tijd.
Die gaat zo:
Maken.....ik heb gemaakt .
Werken....ik heb gewerkt.
Fietsen.....ik heb gefietst
Reizen....ik heb gereisd
Verven......ik heb geverfd
Dus een vorm van hebben of zijn, en dan ge-
dan de stam en dan een t erachter.....of een d.
Die t of d....daarvoor gebruik je 't kofschip

Slide 5 - Diapositive

Eindigt de stam op een van de letters uit 't kofschip......
dan eindigt het voltooid deelwoord op t
werken
stam = werk
Zit de K in 't kofschip?
ja
dus ; ik heb gewerkt

Slide 6 - Diapositive

let op
de stam = het hele werkwoord , en dan - en eraf!!
dus niet de ik-vorm
verven
stam = verv
ik-vorm = verf
de f zit in 't kofschip, maar de v niet!
ik heb geverfd

Slide 7 - Diapositive

andere spellingsproblemen:
1)dus; v middenin woord wordt f aan het einde.
en
2)z in het midden wordt s aan het einde.
3) nn of andere medeklinkers; eentje gaat weg aan het einde.
4) open lettergereep; maan -manen/maand-maanden

Slide 8 - Diapositive

dus de voltooide tijd
* is verleden tijd
* Je maakt hem door:
ge +
ik -vorm +
t of d aan het einde
*  't (e)x- k(o)fsch(i) p bepaalt of het t of d wordt aan het einde

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

herhalen en oefenen

Slide 11 - Diapositive

voltooide tijd maken van werken: eerst doe ik
A
- en eraf, want dan heb ik de stam
B
de ik-vorm maken
C
ik kijk naar de laatste letter en dat is een -n

Slide 12 - Quiz

de voltooide tijd van werken is ; ik heb .....
A
gewerkd
B
gewerkt

Slide 13 - Quiz

de voltooide tijd van rennen: ik heb
A
gerend
B
gerent
C
gerennt
D
gerennd

Slide 14 - Quiz

ik heb gerend, want...
* rennen........ - en eraf =
* renn......de n zit niet in t kofschip
* spelling; nooit twee medeklinkers aan het einde
* dus 1  n aan het einde van het woord!

Slide 15 - Diapositive

proeven; ik heb
A
geproevd
B
geproefd
C
geproeft
D
geproevt

Slide 16 - Quiz

geproefd, want:
* proeven..... - en weg = proev
V zit niet in t kofschip
Maar: nooit een v aan het einde van een woord
DUS: geproefd

Slide 17 - Diapositive

zakken. Ik ben ....
A
gezakt
B
gezakd
C
gezakkt
D
gezakkd

Slide 18 - Quiz

gezakt, want
* Zakken ...-en eraf is zakk
k zit in t kofschip
maar nooit twee dezelfde medeklinkers aan het eind van een woord!
Dus: gezakt

Slide 19 - Diapositive

verven, ik heb
A
gevervt
B
gevervd
C
geverfd
D
geverft

Slide 20 - Quiz

geverfd, want.........

Slide 21 - Question ouverte

reizen......ik heb.......

Slide 22 - Question ouverte

hoesten.... ik heb ....

Slide 23 - Question ouverte

knippen.... ik heb......

Slide 24 - Question ouverte

horen....ik heb
A
gehord
B
gehort
C
gehoord
D
gehoort

Slide 25 - Quiz

gehoord, want
ho - ren - ik hoor
OPEN Lettergreep haalt 1 klinker weg
in ge - hoord zit geen open lettergreep
(weet je nog: open lettergreep is lettergreep met klinker aan het einde)

Slide 26 - Diapositive

MAAR:
beloven - ik heb beloofd
verhuizen - ik ben verhuisd
ontmoeten - ik heb hem ontmoet
bewaren - ik heb het bewaard
beleven - ik heb iets geks beleefd
vertellen - heb ik mijn verhaal verteld?
Wat zie je nu aan deze werkwoorden?

Slide 27 - Diapositive

geen ge- 
werkwoorden met aan het begin:
ge- be- her-ver- ont-

Slide 28 - Diapositive

weer even oefenen:

Slide 29 - Diapositive

ontmoeten- ik heb.......

Slide 30 - Question ouverte

ontmoet

Slide 31 - Diapositive

beleven- ik heb .......

Slide 32 - Question ouverte

beleefd

Slide 33 - Diapositive

gebruiken- ik heb ....

Slide 34 - Question ouverte

gebruikt

Slide 35 - Diapositive

vertellen- ik heb .....

Slide 36 - Question ouverte

verteld

Slide 37 - Diapositive

herinneren- ik heb .....

Slide 38 - Question ouverte

herinnerd

Slide 39 - Diapositive

en wat zie je hier?
Ik heb met hem samenGEwerkt.
Zij hebben afGEwassen.
Heb jij hem terugGebeld?
De docent heeft de telefoon afGepakt

Slide 40 - Diapositive

dus bij een samengesteld werkwoord:
eerst voorzetsel (af, aan, terug, op...)
dan - ge-
Dan het werkwoord
af ge pakt

Slide 41 - Diapositive

nog een keer oefenen...

Slide 42 - Diapositive

inpakken- ik heb.......

Slide 43 - Question ouverte

ingepakt

Slide 44 - Diapositive

opbellen- ik heb .....

Slide 45 - Question ouverte

opgebeld

Slide 46 - Diapositive

dichtgooien- ik heb........

Slide 47 - Question ouverte

dichtgegooid

Slide 48 - Diapositive

schoonmaken- ik heb.........

Slide 49 - Question ouverte

schoongemaakt

Slide 50 - Diapositive

doel van de les:
Weet je het weer? : 
1) 'T eX-KoF s CH i P en waarvoor het is.
2) de 4 Spellingsproblemen. WELKE?
3)De 2  variaties (andere situaties).
WELKE?
Kan je het ook gebruiken?

Slide 51 - Diapositive