Fabeldier (PM)

• Handvaardigheid
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Fabeldier (PM)

Fabeldier (PM)

Opdracht

​Beeldhouw de romp/lijf van een fabeldier uit een blokje hout.

Geef hem daarna ledematen en een kop d.m.v. natuurlijke materialen.

Leerdoelen

* Je weet hoe je een zaag, beitel, rasp, vijl en schuurpapier moet hanteren.

* Je bent in staat een balkvorm tot een organische vorm te beeldhouwen.

* Je weet hoe hout zich gedraagt: wanneer hout splijt en bij welke bewerking het niet splijt.

* Je kunt vanuit verschillende bronnen (onderdelen van dieren) naar één samenhangend eindidee werken.

Vooropdracht 1

Teken in je schrift minstens tien schetsjes van onderdelen van dieren die je wilt gebruiken: poten, staarten, schubben, geweien, vleugels enz.

(Geef het dier zijn eigen karakter. Zoek daar een verbeelding bij, bv.: gevaarlijk: tanden; snel: grote achterpoten, enz. Dit onderzoek is van groot belang.)

Vooropdracht 2

Je hebt het filmpje bekeken en gezien hoe je schetsend op nieuwe ideeën komt. 

Teken een romp in je schrift. 

Combineer de dier-onderdelen aan van opdracht 1. 

Doe dit drie maal, waardoor je 3 verschillende fabeldieren hebt. 

Vooropdracht 1 en 2 vormen samen een SO-cijfer.

Aanzichten

Elk ruimtelijk voorwerp is van meerdere kanten te bekijken en heeft dus meerdere aanzichten.

Kan je naast de aanzichten van de fluitketel (links) die hier getekend zijn nog meer aanzichten bedenken?

Welk aanzicht is dit?

Vooropdracht 3

Teken het blokje hout twee keer op ware grootte in je schrift. Teken hierin het zijaanzicht en het bovenaanzicht van de romp. Teken het zo groot mogelijk, dus de tekening moet de zijkanten van het houtblokje raken. Arceer de delen die eraf gebeeldhouwd moeten worden.

NB. Het kan helpen om de romp eerst in klei te boetseren. Kijk goed naar de aanzichten die je getekend hebt. Zo heb je een ruimtelijk voorbeeld om na te maken.

Organische vormen

Organische vormen zijn vaak gebaseerd op menselijke, dierlijke en plantaardige vormen. Het zijn vormen waar geen liniaal, passer of geodriehoek aan te pas is gekomen.

Je kunt denken aan bloemen, dieren of mensen, maar ook auto’s en gebouwen kunnen organische vormen hebben. Hiernaast zie je een voorbeeld van organische architectuur.

1. Teken de twee aanzichten die je bij opdracht 4 in je schrift gezet hebt op de zijkanten van het blokje hout.
2. Beeldhouw de romp/ het lijf uit een blokje hout. De blokvorm moet helemaal weggewerkt worden.
3. Werk in de volgorde van gereedschap zoals afgebeeld: van grof naar fijn.
4. De romp kun je al wat uitwerken richting kop en ledematen. Je zorgt dus bv. voor een nek.
5. Maak de kop en de ledematen van natuurmaterialen.  MINDER IS MEER !!!
6. De natuurmaterialen kun je in geboorde gaten steken/lijmen. Ook kun je ze met spijkertjes bevestigen die weer wegwerken door er iets overheen te plakken.

Werkwijze

Extra opdracht

Als het fabeldier af is, fotografeer je het voor een witte achtergrond.

Hierna plak je je fabeldier d.m.v. Powerpoint in een zelf gekozen, passende achtergrond.

Natuurmaterialen

Rubrics Fabeldier

Organische vorm	De romp is volledig beplakt en niet meer zichtbaar	De romp is vrij hoekig van vorm	De romp is vrij organisch waarbij de balkvorm nog enigszins zichtbaar is	De romp is rond-organisch en de balkvorm is volledig verdwenen
Netheid	De natuurlijke materialen zijn zichtbaar met veel lijm opgeplakt	De natuurlijke materialen zijn zichtbaar met lijm opgeplakt	De natuurlijke materialen zijn netjes bevestigd	De natuurlijke materialen is zijn zeer netjes zonder enig lijmspoor bevestigd
Vormgeving met natuurlijk materiaal	De vormgeving van het fabeldier is standaard: 4 poten, 1 staart, 1 kop, 2 vleugels	De vormgeving van het dier heeft een eigen kenmerk	De vormgeving heeft meerdere eigen kenmerken waardoor een fabelachtig dier is ontstaan	De vormgeving van de materialen en houding vormen een originele eenheid.
Afwerking hout	Het hout is ruw of er zijn zichtbaar stukken afgebroken	Het hout is vrij ruw of er zijn stukken weer aangelijmd	Het hout is vrij glad en nog heel	Het hout is spiegelglad en nog helemaal heel
Kennis gereedschap	Je vraagt veel hulp bij het beeldhouwen	Je vraagt regelmatig hulp bij het beeldhouwen	Je weet het gereedschap vrij zelfstandig te hanteren	Je hanteert het gereedschap zelfstandig en vakkundig

punten.            0,5                        1                            1,5                               2