01 Toets wegenverkeerswet


Een voetganger steekt zeer onvoorzichtig over. Een bromfietser wijkt uit en botst tegen een stilstaande auto. De
bromfietser raakt zwaar gewond. Is de voetganger strafrechtelijk aansprakelijk voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel?
A
Ja, omdat het verbod zich richt tot een ieder die aan het verkeer deelneemt.
B
Nee, omdat het verbod zich alleen richt tot bestuurders van voertuigen.
C
Nee, omdat het verbod zich alleen richt tot bestuurders van motorrijtuigen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
VerkeersopleidingenBeroepsopleiding

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon


Een voetganger steekt zeer onvoorzichtig over. Een bromfietser wijkt uit en botst tegen een stilstaande auto. De
bromfietser raakt zwaar gewond. Is de voetganger strafrechtelijk aansprakelijk voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel?
A
Ja, omdat het verbod zich richt tot een ieder die aan het verkeer deelneemt.
B
Nee, omdat het verbod zich alleen richt tot bestuurders van voertuigen.
C
Nee, omdat het verbod zich alleen richt tot bestuurders van motorrijtuigen.

Slide 1 - Quiz

Een tuinder verbrandt op zijn land afval. Daardoor hangt er een rookgordijn over het fietspad. Door de dikke rook zien twee snorfietsers elkaar niet
en botsen frontaal op elkaar, waarbij zwaar letsel ontstaat. Kan de tuinder op grond van artikel 6 WVW strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld?
A
Ja, want het ongeval is aan zijn schuld te wijten.
B
Nee, want het artikel richt zich tot een ieder die aan het verkeer deelneemt.
C
Nee, want het artikel richt zich alleen tot bestuurders van voertuigen.

Slide 2 - Quiz

Welke van onderstaande voertuigen zijn motorrijtuigen?
A
Bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.
B
Brommobielen en landbouwtractoren.
C
Personenauto's en trams.

Slide 3 - Quiz

Welke omschrijving maakt deel uit van het begrip ‘wegen’?
A
Alle voor het verkeer openstaande wegen.
B
Alle voor het rijdend verkeer openstaande wegen.
C
Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen.

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN motorrijtuig in de zin van de Wegenverkeerswet?
A
Een Segway.
B
Een fiets met trapondersteuning.
C
Een brommobiel.

Slide 5 - Quiz

U geeft een leerling rijles in een door hem gekochte brommobiel. Wie is de juridische bestuurder?
A
De instructeur en de leerling.
B
De instructeur.
C
De leerling.

Slide 6 - Quiz

Wat verstaat de Wegenverkeerswet onder het begrip ‘wegen’?
A
Openbare wegen die door de overheid worden beheerd.
B
Voor het openbaar verkeer openstaande wegen.
C
Voor het openbaar rij- en ander verkeer openstaande wegen.

Slide 7 - Quiz

Bij een politiecontrole van een lesauto blijkt dat de leerling te veel alcohol heeft gedronken. Wie is daarvoor strafbaar?
A
Alleen de leerling.
B
Alleen de instructeur.
C
De leerling en de instructeur.

Slide 8 - Quiz

Op wie is artikel 8 WVW (onder invloed zijn van een stof of combinatie van stoffen in het verkeer) van toepassing?
A
Alleen bestuurders van een motorrijtuig.
B
Bestuurders van voertuigen.
C
Weggebruikers.

Slide 9 - Quiz

Welke van de volgende personen is bestuurder ingevolge de Wegenverkeerswet?
A
De leerling van een lesauto tijdens de rijles.
B
De leerling van een lesmotor tijdens de rijles.
C
De rijinstucteur die les geeft terwijl hij bij de leerling achterop de motorfiets zit

Slide 10 - Quiz

Wat is in de WVW de alcohollimiet van het bloed voor een bestuurder die 7 jaar of langer in het bezit is van een rijbewijs A,B,C of D?
A
0,2 milligram per milliliter bloed.
B
0,5 milligram per milliliter bloed.
C
0,8 milligram per milliliter bloed.

Slide 11 - Quiz

Wie is strafbaar als er op de weg met een voertuig een wedstrijd wordt gehouden?
A
Alleen de bestuurder.
B
Alleen de eigenaar.
C
De bestuurder en de eigenaar.

Slide 12 - Quiz

Welke omschrijving maakt deel uit van het zogenaamde ‘kapstokartikel’ (art.5 WVW)?
A
Het is bestuurders verboden zich zodanig te gedragen.
B
Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen.
C
Het is iedere weggebruiker verboden zich zodanig te gedragen.

Slide 13 - Quiz

Wat is in de WVW de alcohollimiet van het bloed voor een bestuurder die korter dan 5 jaar in het bezit is van
een rijbewijs, niet zijnde rijbewijs AM of een rijbewijs in het kader van ‘begeleid rijden’?
A
0,2 milligram per milliliter bloed.
B
0,5 milligram per milliliter bloed.
C
0,8 milligram per milliliter bloed.

Slide 14 - Quiz