Zintuigen: De ogen

De ogen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De ogen

Slide 1 - Diapositive

bouw en functies van het oog
Pak je schrift
noteer  steeds het onderdeel en een korte aantekening

Slide 2 - Diapositive

Waardoor zien we op de blinde vlek niets?
A
omdat die plek blind is
B
omdat daar geen zintuigcellen zitten

Slide 3 - Quiz

Oogkassen
Ogen liggen goed beschermd in de oogkassen van onze schedel

Slide 4 - Diapositive

Traanklier: maakt tranen

Slide 5 - Diapositive

Traanbuis: Hier komen de tranen uit

Slide 6 - Diapositive

Wenkbrauwen houden het zweet tegen zodat het niet in de ogen komt

Slide 7 - Diapositive

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht

Slide 8 - Diapositive

oogleden  beschermen de ogen tegen vliegjes of vuil

Slide 9 - Diapositive

Iris is het gekleurde deel van het oog

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Iris
In de iris zitten ook spieren

Die zorgen ervoor dat de pupil groot of klein is
--> Pupilreflex

Slide 12 - Diapositive

Een pupil is een opening in je iris waar licht doorheen gaat
iris

Slide 13 - Diapositive

Pupilreflex
Kringspieren aangespannen: pupil = klein (bij veel licht)

Lengtespieren/
straalsgewijslopende spieren aangespannen: 
pupil = groot (bij weinig licht)

Slide 14 - Diapositive

Pupilreflex is een onbewuste reactie die gaat via de hersenstam

Slide 15 - Diapositive

glasachtig lichaam is doorzichtig en zorgt voor de vorm van het oog

Slide 16 - Diapositive

Hoornvlies is een doorzichtige laag 

Slide 17 - Diapositive

Harde oogvlies
Het hoornvlies is doorzichtig, dit loopt over in het harde oogvlies

Het harde oogvlies is wit (oogwit) en beschermt je oog

Slide 18 - Diapositive

In het vaatvlies bevinden zich de bloedvaatjes (geven zuurstof en voedingsstoffen aan het oog)

Slide 19 - Diapositive

Het netvlies bestaat uit zintuigcellen, Staafjes om in het donker te zien. Kegeltjes om kleuren mee te zien

Slide 20 - Diapositive

Staafjes en kegeltjes
De kegeltjes liggen vooral in de gele vlek

De staafjes aan de buitenkant van het netvlies

Kleuren zijn gevoelig voor licht (in het donker zie je namelijk zwart/wit)

Slide 21 - Diapositive

gele vlek, daarmee zien we het scherpst
hier vindt je kegeltjes, hiermee zie je kleur

Slide 22 - Diapositive

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen

Slide 23 - Diapositive

de lens
bol = dichtbij scherp zien

plat = veraf scherp zien

Scherpstellen = accommoderen

Slide 24 - Diapositive

Oogzenuw
De oogzenuw stuurt een impuls (elektrisch signaaltje) naar de hersenen
 
Hierdoor wordt er in de hersenen verwerkt wat je ziet

Slide 25 - Diapositive

LLeer
Leer 

Slide 26 - Diapositive

Wat is de pupil?
A
Een zwart deel in je oog
B
Een opening in je iris
C
een opening in je hoornvlies
D
een opening in je lens

Slide 27 - Quiz

In het licht is de pupil....
A
groot, de kringspieren zijn samengetrokken
B
klein,de kringspieren zijn samengetrokken
C
klein, de lengte spieren zijn samengetrokken
D
groot,de lengte spieren zijn samengetrokken

Slide 28 - Quiz

Waar zitten de oogzintuigcellen?
A
In de pupil
B
in de lens
C
in het vaatvlies
D
in het netvlies

Slide 29 - Quiz

Kunnen we op de gele plek het scherpst of het minst scherp zien?
A
het scherpst
B
het minst scherp

Slide 30 - Quiz

In het donker zie je geen kleur omdat....
A
de drempelaarde van de kegeltjes hoger is
B
de drempelwaarde van de kegeltjes lager is
C
de drempelwaarde van de staafjes hoger is
D
de drempelwaarde van de staafjes lager is

Slide 31 - Quiz

als je dichtbij scherp ziet dan is de lens
A
bol
B
plat

Slide 32 - Quiz

Waaruit bestaat het vaatvlies?
A
uit een doorzichtige vloeistof
B
uit bloedvaten
C
uit lensen
D
uit traanvocht

Slide 33 - Quiz

Welk onderdeel van het oog bevindt zich op de plek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Netvlies
D
Pupil

Slide 34 - Quiz

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 35 - Quiz