Vulkanen op Hawaï en Java barsten uit

Vulkanen op Hawaï en Java barsten uit

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom vulkanen uitbarsten. Aan het einde van de les kun je de gevolgen van een vulkaanuitbarsting voor de lokale bevolking benoemen. Aan het einde van de les kun je het belang van evacuatieplannen bij een vulkaanuitbarsting beschrijven. Aan het einde van de les kun je de risico's van vulkanische gassen voor de gezondheid benoemen. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen de vulkanische activiteit op Hawaï en Java herkennen.

Wat weet je al over vulkaanuitbarstingen?

Uitbarsting van de Mauna Loa vulkaan op Hawaï

Mauna Loa is de grootste actieve vulkaan ter wereld. Na 38 jaar is de vulkaan weer uitgebarsten. De lava kan tot 60 meter hoog spuiten en vrijkomen uit spleten van 1,5 tot 3 kilometer lang. De luchtkwaliteit wordt continu gemeten vanwege schadelijke vulkanische gassen zoals zwaveldioxide.

De gevolgen van vulkaanuitbarstingen voor lokale gemeenschappen

Hoewel er geen direct gevaar is voor nabijgelegen woonplaatsen, zijn de 200.000 bewoners opgeroepen alert te zijn op evacuatie. De uitbarsting kan tot twee weken duren.

Evacuatieplannen en voorzorgsmaatregelen

Evacuatieplannen zijn voorbereid om mensen uit gevaarlijke gebieden te verplaatsen in geval van een vulkaanuitbarsting.

Risico's van vulkanische gassen

Zwaveldioxide is een schadelijk vulkanisch gas dat kan leiden tot gezondheidsproblemen en milieu-impact.

De mogelijke duur van een vulkaanuitbarsting

De uitbarsting kan tot twee weken duren.

Definitielijst

Vulkaan: Een geologische formatie in de aardkorst waar magma, as en gassen uit de aarde ontsnappen. Eruptie: Een uitbarsting van een vulkaan waarbij lava, as en gassen vrijkomen. Lavastroom: Het stromen van lava uit een vulkaan tijdens een uitbarsting. Zwaveldioxide: Een schadelijk vulkanisch gas dat kan leiden tot gezondheidsproblemen en milieu-impact. Evacuatieplan: Een voorbereid plan voor het verplaatsen van mensen uit een gevaarlijk gebied in geval van een natuurramp.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.