Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H-Woordvolgorde in hoofd- en bijzin
Wortfolge Haupt- und Nebensatz
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wortfolge Haupt- und Nebensatz
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Deze zinnen kan je meestal makkelijk
vanuit het Nederlands vertalen ...
(In de volgende voorbeelden staat het onderwerp blauw en de persoonsvorm rood aangegeven)
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Er volgen nu twee mogelijkheden
voor samengestelde zinnen:
- een
verbinding van hoofdzinnen
met een voegwoord
- een
verbinding van hoofd- en bijzin
met een voegwoord
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Ich habe einen Bruder und du hast eine Schwester.
Welke woorden zijn onderw. en persv.?
A
ich, hast, Bruder, Schwester
B
ich, habe, Schwester, hast
C
ich, habe, du hast
Slide 10 - Quiz
Ihr möchtet ins Kino gehen, aber ihr habt keine Zeit.
Welke woorden zijn onderw. en persv.?
A
ihr, gehen, ihr habt
B
ihr, möchtet, ihr, habt
C
ihr, möchtet gehen, ihr, habt
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Ich hatte keine Zeit, weil ich zum Zahnarzt musste.
Schrijf de persoonsvormen en onderwerpen op:
Slide 15 - Question ouverte
Er sagte mir, dass er hierzu keine Lust hatte.
Schrijf de persoonsvormen en onderwerpen op:
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
müssen en sollen
- je leert het verschil tussen
müssen
en
sollen
- je leert wanneer je 'man' moet gebruiken
- je weet wat de goede plek is van het finite Verb.
Slide 18 - Diapositive
Ich muss mal!
Slide 19 - Diapositive
Wat betekent het werkwoord
müssen
A
hoeven
B
willen
C
moeten
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Wat betekent het werkwoord
sollen?
A
moeten
B
mogen
C
zullen
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
In der Schule ___ man gut aufpassen.
A
noodzaak
B
wil van een ander
Slide 25 - Quiz
In der Schule ___ man gut aufpassen.
Slide 26 - Question ouverte
Du ___ mir helfen, ich kann es nicht alleine.
A
noodzaak
B
wil van een ander
Slide 27 - Quiz
Du ___ mir helfen, ich kann es nicht alleine.
Slide 28 - Question ouverte
Ihr ___ nicht so viel simsen!
A
noodzaak
B
wil van een ander
Slide 29 - Quiz
Ihr ___ nicht so viel simsen!
Slide 30 - Question ouverte
Wo sind doch die Toiletten?
Ich ___ mal.
A
noodzaak
B
wil van een ander
Slide 31 - Quiz
Wo sind doch die Toiletten?
Ich ___ mal.
Slide 32 - Question ouverte
Goed gebruik van 'man'
- Leute
- Menschen
- man
Slide 33 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
K1 müssen en sollen
Janvier 2018
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
sollen & müssen
Mai 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
sollen & müssen
Mai 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Reisen/Unterwegs
Juin 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Quiz M3 Neue Kontakte 1 - 2
Septembre 2019
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
V-Woordvolgorde in hoofd- en bijzin
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
Schreiben Les 1
Janvier 2024
- Leçon avec
43 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
H-Woordvolgorde in hoofd- en bijzin
Février 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5