les 1- Eigen regie en zelfredzaamheid

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Eigen regie en zelfredzaamheid 2

Introductie

Wat gaan we vandaag doen?

• Gedragsregels
• Lesdoelen
• Planning
• Kennismaken met module
• Deelopdracht 1

Gedragsregels

• Accepteer elkaar en help elkaar.
  
• Behandel anderen, precies hetzelfde zoals jij behandeld wilt worden.
  
• Je eet en drinkt in de pauzeruimtes.
  
• Je bent op tijd aanwezig. Als de deur van het lokaal gesloten is, wacht je buiten totdat je gehaald wordt door de docent.
  
• Je laat het lokaal netjes achter.
  
• Je hebt bij je: opgeladen laptop (+oplader) en schrijfmateriaal.
  
• Mobiele telefoon in de tas. 

Lesdoelen

• De student kan benoemen wat 'Eigen regie' betekent 
• De student kan benoemen wat 'Zelfredzaamheid' betekent
• De student kan benoemen wat 'Zelfmanagement' betekent

Planning

Wat betekent 'Eigen regie'?

Wat betekent 'Zelfredzaamheid'?

Wat betekent 'Zelfmanagement'?

Zelfregie en zelfredzaamheid

Zelfregie gaat over zelf beslissen over je eigen leven. Zelfredzaamheid gaat over zelf doen.

Zelfmanagement gaat over goed kunnen omgaan met de ziekte en de gevolgen daarvan, maar ook over een goed leven hebben mét de ziekte.

Kennismaken met module 

Opdracht

Je geeft advies over hoe de zorgvrager de zelfredzaamheid kan behouden of versterken, over het bevorderen van de gezondheid en het realiseren van een gezonde leefstijl. 

Deelopdracht 1

Binnen eigen regie en zelfredzaamheid speelt zeggenschap een grote rol. Tijdens de eerste bijeenkomst gaan we dit onderwerp met elkaar verkennen. 

Oefening 1

Oefening 2

Oefening 1

Wat heb je nodig:

• Voor iedereen een papier en pen
• Een gespreksleider (docent)

Gespreksleider:

Stel de groep de vraag: Schrijf 5 dingen op die voor jou heel erg waardevol zijn. (Dit mag van alles zijn: dingen, mensen, dieren, activiteiten)

Oefening 1

Reflecteer met elkaar

• Hoe vond je om te strepen?
• Wat deed het met je toen je je briefje terug kreeg?
• Wat is de link tussen deze oefening en zeggenschap?
• Neem eens een cliënt in gedachten. Welke waarden streep jij weg voor hem/ haar? Heb dat recht eigenlijk wel?

Oefening 2

Vul het schema 2 in met een cliënt in gedachten. 

Deelopdracht 2

Om te oefenen met de tool van Positieve Gezondheid, ga je de vragenlijst voor jezelf invullen.

Als resultaat krijg je een ingevulde spinnenweb.

1. Hoe is de situatie nu?
2. Wat zou je willen veranderen?
3. Wie of wat zou jou daarbij kunnen helpen?
4. En wat ga je nu doen? 

Deelopdracht 3

Je gaat in gesprek met een cliënt van je BVP. Je gaat samen met diegene het spinnenweb invullen.

Aan de hand van de uitkomsten ga je samen met de cliënt een actie bedenken die past bij één van de pijlers, net zoals je gedaan hebt met deelopdracht 2. 

Deelopdracht 3

Tijdens het gesprek met je zorgvrager behandel je de volgende vragen:

• Hoe is de situatie nu?
• Wat vind u belangrijk?
• Wat zou u willen veranderen?
• Wat zou u kunnen veranderen?
• Wie of wat zou u kunnen helpen?
• Wat gaat u nu doen?

Deelopdracht 3

Na afloop van het gesprek, werk je dit gesprek en de uitkomsten uit in een verslag.  In het verslag geef je achtergrond informatie over de instelling waar je WVO plaats vindt en je geeft een omschrijving van je cliënt, hierbij denk je goed om de privacy van je cliënt.

Ook ga je reflecteren op dit gesprek: je gaat kritisch kijken naar je eigen houding tijdens het gesprek, je kijkt of je de juiste gespreks- en luistervaardigheden hebt toegepast. Ook bedenk je welke leerdoelen je hebt en wat je verder wilt ontwikkelen.

Eindopdracht

Je geeft advies over hoe de zorgvrager de zelfredzaamheid kan behouden of versterken, over het bevorderen van de gezondheid en het realiseren van een gezonde leefstijl.

Naar aanleiding van het gesprek wat je met een zorgvrager gehad bij deelopdracht 3 ga je een adviesgesprek voeren met je zorgvrager over het behouden of versterken van de zelfredzaamheid. Sluit dus aan op het gesprek wat je met je zorgvrager hebt gehad naar aanleiding van het ingevulde spinnenweb.

Houd rekening met de volgende criteria:

Je hebt de gezondheidstoestand en mentaal welbevinden op de juiste manier in kaart gebracht en besproken met de zorgvrager. + Je geeft op de juiste manier advies

Lesdoelen

• De student kan benoemen wat 'Eigen regie' betekent 
• De student kan benoemen wat 'Zelfredzaamheid' betekent
• De student kan benoemen wat 'Zelfmanagement' betekent

Lesdoelen

• De student kan benoemen wat 'Eigen regie' betekent 
• De student kan benoemen wat 'Zelfredzaamheid' betekent
• De student kan benoemen wat 'Zelfmanagement' betekent