Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Geschiedenis
Introductie
Les 4 Wonen in een industriestad
Geschiedenis
Slide 1 - Diapositive
Hoe heet dit tijdvak?
Slide 2 - Question ouverte
Van welk jaar tot welk jaar duurt dit tijdvak?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Leerdoel
Je weet wat de industriële revolutie voor gevolgen had voor hoe de mensen woonden en werkten in Nederland.
Je weet wat het begrip urbanisatie en industriële revolutie betekent.
Slide 5 - Diapositive
Stoommachine
Stoommachine van James Watt
Begin van de industriële revolutie.
Slide 6 - Diapositive
Vijf grote gevolgen
De mijnbouw en metaalindustrie werden heel belangrijk omdat de machines, bruggen en spoorwegen van ijzer werden gemaakt.
Huisnijverheid verdween bijna helemaal.
Veel boeren waren niet langer eigen baas op hun boerderij, maar werkten op vaste tijden voor loon in fabrieken.
Slide 7 - Diapositive
De waarde van producten daalde doordat er meer geproduceerd kon worden (Vraag en aanbod)
Het bezit van geld werd steeds belangrijker dan het bezit van landbouwgronden.
Slide 8 - Diapositive
Zet de begrippen bij de juiste periode (vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?
Industriële revolutie
vóór de industriële revolutie
fabrieken
huisnijverheid
landbouw
stoommachine
slechte werkomstandigheden
stad
platteland
Slide 9 - Question de remorquage
Oorzaak Industriele Revolutie
Gevolg Industriele Revolutie
Nieuwe werktuigen voor op het land
verbeterde voedselvoorziening
bevolkingsgroei
huisnijverheid
migratie naar de stad
uitvinding machines
Vervanging huisnijverheid door fabriekswerk
Urbanisatie
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 11 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 12 - Quiz
1750
Slide 13 - Diapositive
De eerste fabrieken in Groot-Brittannië
De eerste fabrieken ontstonden in Groot-Brittannië rond 1750.
Waarom juist daar? Omdat daar de bevolking snel groeide, waren er snel meer producten nodig.
Slide 14 - Diapositive
De eerste fabrieken in Ned
Groot-Brittannië liep flink voor op de rest van de wereld. In Nederland begon de industrialisatie pas zo’n 100 (!) jaar later. Pas vanaf ongeveer 1860.
Slide 15 - Diapositive
Eerst ontstond in Twente wat textielindustrie. Het kwam langzaam op gang. Om grondstoffen aan te voeren en producten af te voeren moesten kanalen en spoorwegen worden aangelegd.
Slide 16 - Diapositive
Ook kinderarbeid
Goedkope arbeidskrachten
Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan
Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines