2GT - Grammar theme 3

Grammar theme 3
-  Bepalingen van plaats of tijd
- Past continuous
- Bijwoorden van frequentie 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammar theme 3
-  Bepalingen van plaats of tijd
- Past continuous
- Bijwoorden van frequentie 

Slide 1 - Diapositive

Bijwoordelijke bepalingen van tijd en plaats....


Geven aan waar of wanneer iets plaatsvindt. 

Slide 2 - Diapositive

Bijwoordelijke bepalingen van plaats en tijd staan meestal achteraan in de zin.

Voorbeelden van bijwoordelijke bepalingen van plaats zijn:
- at school
- in London
- outside

Voorbeelden van bijwoordelijke bepalingen van tijd zijn:
- last week
- in 2013
- a month ago


Voorbeeldzinnen:
- She won a gold medal at the Olympics.
- Samira saved a girl from drowning last year.

Slide 3 - Diapositive

De plaatsbepaling staat altijd VOOR de tijdsbepaling.  
Je kunt dit onthouden als “patat voor toetje” (plaats voor tijd). 

Voorbeeldzinnen:
- She won a gold medal at the Olympics in 2012.
- Tim raised money for charity at school last week.
- I helped an old lady at the train station yesterday.

Kan je dan helemaal nooit met de tijdsbepaling beginnen?
Jawel, maar alleen wanneer je echt wilt benadrukken wanneer iets plaatsvond of gaat plaatsvinden

Voorbeelden:
- Last week, Tim raised money for charity at school.
- Yesterday I saw a famous person in a store.
- Tomorrow we are going to buy some new clothes in the city.

Slide 4 - Diapositive

Waar staat de bepaling van plaats of tijd (vrijwel) altijd in de zin?
A
Vooraan
B
In het midden
C
Achteraan

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar? De plaatsbepaling staat altijd vóór de tijdsbepaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wanneer begin je wel met de tijd in de zin, ipv de plaats?

Slide 7 - Question ouverte

Let's practise! Zet de zinsdelen in de juiste volgorde:
Ben  -    reads  -    the   -   in   -   the    -  bus     -    newspaper   -   at    -  noon   


Slide 8 - Question ouverte

Zet de zindsdelen in de juiste volgorde.

new    -  Tom   -   tomorrow   -   in    -  starts   -   a    -  job   -   London   

Slide 9 - Question ouverte

Hoe goed begrijp jij nu wat de bepaling van plaats en tijd is?
0100

Slide 10 - Sondage

Past continuous
VS
Past simple

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Let's practise!
Which one is the correct form of the past continuous?

Slide 16 - Diapositive

When I phoned my friends, they (play) _______  monopoly.

A
played
B
are playing
C
is playing
D
were playing

Slide 17 - Quiz

The kids (play) ________ in the garden when it suddenly began to rain.

A
played
B
are playing
C
is playing
D
were playing

Slide 18 - Quiz

I tried to tell them the truth but they (not / listen ) ____________ .

A
didn't listen
B
aren't listening
C
isn't listening
D
weren't listening

Slide 19 - Quiz

What (you / do) _________________ yesterday?
A
were you doing
B
did you do

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Let's practise!
Which sentence is correct?

Slide 22 - Diapositive

Which sentence is correct?
A
I get always nervous before a concert.
B
I always get nervous before a concert.

Slide 23 - Quiz

Which sentence is correct?
A
I always work out in the morning.
B
I work out always in the morning.
C
I work out in the morning always.

Slide 24 - Quiz

Which sentence is correct?
A
We go never to the amusement park.
B
To the amusement park we never go.
C
Never go we to the amusement park.
D
We never go to the amusement park.

Slide 25 - Quiz

Hoe goed snap je de grammar van theme 3?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage