Verslaving zorgt er voor dat mensen misdrijven en overtredingen plegen
bijvoorbeeld: Diefstal, berovingen, gebruik van verboden middelen
Slide 8 - Diapositive
4. Spijbelen / schooluitval
Jongeren zonder diploma komen vaker in aanraking met justitie.
bijvoorbeeld: vandalisme
Slide 9 - Diapositive
5. Biologische factoren
Wetenschap toont aan dat psychische stoornissen geweld kunnen veroorzaken
Slide 10 - Diapositive
Persoonlijke risicofactoren
Slechte opvoeding
Groepsdruk
Alcohol/drug
Schooluitval/spijbelen
Biologisch
Risicofactoren:
dingen die de kans vergroten dat je crimineel wordt
Slide 11 - Diapositive
Waarom wordt iemand crimineel?
We onderscheiden 2 oorzaken:
- De individuele oorzaken ( waar de 'crimineel' zelf last van heeft).
- Maatschappelijke oorzaken (die door de maatschappij komen)
Slide 12 - Diapositive
Maatschappelijke oorzaken van crimineel gedrag
Slide 13 - Diapositive
Maatschappelijke oorzaken van crimineel gedrag
1) Slechte leefomstandigheden
Slide 14 - Diapositive
Maatschappelijke oorzaken van crimineel gedrag
2) Minder strenge normen
de normen en waarden van mensen zijn anders dan vroeger.
we vinden zaken steeds
sneller normaal.
Slide 15 - Diapositive
Maatschappelijke
omstandigheden
Naast persoonlijke kenmerken zijn er ook algemene (maatschappelijke) omstandigheden die crimineel gedrag beïnvloeden:
Er gelden minder strenge normen dan vroeger.
Er is minder sociale controle dan vroeger. Hierdoor is de pakkans kleiner geworden.
Slide 16 - Diapositive
Filmpje kijken...
Welke oorzaak van criminaliteit herken je in het volgende filmpje?
Slide 17 - Diapositive
0
Slide 18 - Vidéo
WELKE OORZAAK VAN CRIMINALITEIT HERKEN JE IN HET FILMPJE?
Slide 19 - Question ouverte
Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen
Slide 20 - Quiz
Wildplassen valt onder:
A
overtredingen
B
misdrijven
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware criminaliteit
Slide 21 - Quiz
Wat is een goede uitleg van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.
Slide 22 - Quiz
Een immaterieel gevolg is
A
slapeloze nachten
B
een nieuwe voordeur
C
een trauma
D
extra beveiligers in de winkel
Slide 23 - Quiz
Leerdoelen
Je kent de oorzaken van criminaliteit
Je weet welke risicofactoren er zijn
Je kent de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit
Slide 24 - Diapositive
timer
1:00
Rechter
Advocaat
Officier van justitie
Leest de beschuldiging voor en eist een bepaalde straf voor een verdachte.
Probeert aan te tonen dat de verdachte onschuldig is of probeert ervoor te zorgen dat de straf zo laag mogelijk uitvalt.
Beslist of een verdachte schuldig is en legt eventueel een straf op.
Slide 25 - Question de remorquage
Rechter(s)
Advocaat
Verdachte
Officier van justitie
Slide 26 - Question de remorquage
Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Bij criminaliteit spreken we over alle misdrijven zoals deze staan beschreven in de wet. Een misdrijf houdt namelijk in dat het gaat om ernstige strafbare feiten. Op het moment dat je opgepakt wordt hiervoor dan zijn er ernstige gevolgen. Het gaat om een verhoor door de politie, zwaardere straffen en een strafblad. Het is ook tijdsgebonden, omdat spugen vroeger nog strafbaar was en nu alleen asociaal. Het is ook plaatsgebonden, omdat hier wapenbezit strafbaar is en in de VS niet.