Pompen

Pompen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WerktuigbouwMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pompen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Waar worden pompen voor gebruikt?

Slide 3 - Carte mentale

Welke types pompen ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Waaierpompen en meer
Hoe stroomt water door de pomp?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is het basisprincipe van de waaierpomp?

Slide 8 - Carte mentale

Uit welke onderdelen bestaat een centrifugaalpomp?

Slide 9 - Question ouverte

Moet de pomp bij start volledig gevuld zijn bevatten?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Wat is cavitatie?

Slide 13 - Question ouverte

Waarom is cavitatie nadelig?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Noem 3 onderdelen van een membraanpomp

Slide 18 - Question ouverte

Noem 3 eigenschappen van een membraanpomp

Slide 19 - Carte mentale

Bij pompen kennen we open en gesloten systemen Wat bedoelen we met een gesloten syteem?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

         1 bar = 100.000 Pa
Druk omrekenen met tabel
Bar naar Pascal (Pa)
Pascal (Pa) naar Bar

Slide 22 - Diapositive

eenheden 1 bar = .......
A
0,01 kg/cm2
B
0,1 kg/cm2
C
1 kg/cm2
D
10 kg/cm2

Slide 23 - Quiz

Er wordt 3,5 bar gemeten. Hoeveel Pascal is dat?
A
35.000 Pa
B
0,000035 Pa
C
35 Pa
D
350.000 Pa

Slide 24 - Quiz

Er wordt 450.000 Pa gemeten hoeveel bar is dat?
A
4,5 bar
B
45 bar
C
0,45 bar
D
450 bar

Slide 25 - Quiz

Voorbeeld van voorvoegsel
Pa naar hPa  (hecto Pascal)  --> delen door 100
mbar naar bar --> delen door 1000

Slide 26 - Diapositive

1 mbar = 1 hPa
A
klopt
B
klopt niet

Slide 27 - Quiz

1 Pa =...............
A
1 N/ m2
B
1 N/ dm2
C
1 kg/ m2
D
1 kg/dm2

Slide 28 - Quiz