A2B - Periode 4 - H6 Les 7 - HGA (13-04-2022)

Bienvenidos
Lección 2 P4
VWO 2
Sra. Hoogland
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
Lección 2 P4
VWO 2
Sra. Hoogland
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Diapositive

Programa de hoy
  • Intro+info - 5m
  • Los deberes - 5m
  • Schrijven in de perfecto - 10m
  • Voca 6.4 herhaling - 7m
  • Ir a + inf. - 10m
  • ¡A practicar! - 15m
  • Evaluación + Deberes

Slide 2 - Diapositive

Nu inhalen
Felbe toets H3 (afmaken, luisterdeel hoeft niet)
Susan toets H4

Slide 3 - Diapositive

Deberes
Estudiar: 
- Vocabulario 6.3 > Spinner
- Frases clave 2

Hacer: 
- Afmaken voc. p. 19 oef 29 > Zie slide 
- Afmaken: TB p. 82 4AB  > straks verder werken
- Werken aan je P.O. (inleveren na de meivakantie) > ¿Hay preguntas?

Slide 4 - Diapositive

voc. p. 19 oef. 29
  1. Pablo es más simpático que Javier.
  2. Mi padre es más tranquilo que mi madre.
  3. Los pantalones son tan caros como los jerseys.
  4. Nuestra escuela es más pequeña que la universidad.
  5. Tu hermano es más gracioso que tu hermana.

Slide 5 - Diapositive

Repaso: de pretérito perfecto
1. Uit hoeveel delen bestaat de pretérito perfecto?
2. Welke delen zijn dit?
3. Wanneer gebruik je ado/ido? 
4. Welke onregelmatige vormen zijn er ook alweer? 

Slide 6 - Diapositive

Escribir en el perfecto
2 minutos en clase:
Explicación

8 minutos individual:
Kies op TB p.82 de tekst van Miriam of van Diego.
Herschrijf de tekst over jouzelf, dus in de ik-vorm. Je mag plaatsnamen/plekken veranderen zodat het beter past bij jouw eigen vakantie: LET DUS OP DE GOEDE VORM VAN DE PERFECTO
timer
8:00

Slide 7 - Diapositive

Vocabulario 
Vocabulario 6.4 herhaling


timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Grammatica: Ir a + infinitivo 
Cette vidéo n'est plus disponible
Regel: 
vorm van IR (=GAAN)  +  A   + heel werkwoord

Voorbeeldzin: 

¿Qué vas a hacer el fin de semana?
(Wat ga je dit weekend doen?)

HOUD DE WERKWOORDEN BIJ ELKAAR


Uitleg

Slide 9 - Diapositive

¡A practicar!
15 minutos en parejas (fluisterniveau):
- voc. p.29-30 oef 27 (oefenen met tijdsaanduidingen en de plaats daarvan in de zin)
- maken voc. p. 30 oef 28


Snel klaar? > Maak ook opdracht 10bc p. 31 (a hoeft niet)
timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Evaluación

Slide 11 - Diapositive

Deberes para la próxima clase
LET OP: después de las vacaciones

 Presentaties doen in de klas in groepjes

bereid je PO over je land helemaal voor

Slide 12 - Diapositive