1.4 Vermogen 3B

Pak je boeken, je laptop en je etui!
Natuurkunde
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pak je boeken, je laptop en je etui!
Natuurkunde

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen
  • Vermogen
  • Opdrachten 1.4 maken
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning is een grootheid.
Wat is de eenheid voor spanning?
A
watt
B
Volt
C
Ampere
D
Stroom

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Watt (W)
B
Volt (V)
C
Power (p)
D
Ampère (A)

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Vermogen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen en energie

  • Wat is vermogen?
  • Vermogen van apparaten.
  • Vermogen berekenen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde verbruikt.

Vermogen meet je in watt (W)

Slide 7 - Diapositive

Lampen met verschillende vermogens laten zien
Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.
A
Kleiner
B
Ongeveer hetzelfde
C
Groter
D
Kan je niet weten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Slide 10 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.

Slide 11 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.
Gegevens:        

Slide 12 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.
Gegevens:        spanning = 12 V
                              vermogen = 6 W

Slide 13 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.
Gegevens:        spanning = 12 V
                              vermogen = 6 W
Gevraagd:         

Slide 14 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.
Gegevens:        spanning = 12 V
                              vermogen = 6 W
Gevraagd:         stroomsterkte = ?

Slide 15 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.
Gegevens:        spanning = 12 V
                              vermogen = 6 W
Gevraagd:         stroomsterkte = ?
Uitwerking:      

Slide 16 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

Rekenen met het vermogen
Formule
stroomsterkte = vermogen : spanning
            A                            W                     V

Voorbeeld
Op een lamp staat: 12 V en 6 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp.
Gegevens:        spanning = 12 V
                              vermogen = 6 W
Gevraagd:         stroomsterkte = ?
Uitwerking:      stroomsterkte = vermogen : spanning
                              stroomsterkte = 6 W : 12 V = 0,5 A

Slide 17 - Diapositive

Demo 2
DOEL:
experimentele controle van de formule vermogen = spanning × stroomsterkte.
NODIG:
lampje 1 (12 V/10 W), lampje 2 (12 V/3 W), demonstratie-spanningsmeter, demonstratie-stroommeter, snoeren, voeding
UITVOERING:
Sluit de beide lampjes parallel aan op de voeding. Stel de spanning in op 12 V. Lampje 1 brandt dan feller dan lampje 2, terwijl de lampjes toch op dezelfde spanning aangesloten zijn. Meet de stroomsterkte door lampje 1 en daarna de stroomsterkte door lampje 2. Laat de leerlingen zelf beredeneren, dat de uitkomst in overeenstemming is met vermogen = spanning × stroomsterkte.

En nu zelf oefenen
Maak opdracht 1 t/m 6
Blz. 45 en 46


timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met het vermogen
Formule
vermogen = spanning x stroomsterkte
            W                    V                          A
Voorbeeld
Op het type-plaatje van een haakse slijper staat dat de spanning 230 V is en de stroomsterkte 3,9 A. Bereken het vermogen van de haakse slijper.
Gegevens:        spanning = 230 V
                              stroomsterkte = 3,9 A
Gevraagd:         vermogen = ?
Uitwerking:      vermogen = spanning x stroomsterkte
                              vermogen = 230 V x 3,9 A = 879 W

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu zelf oefenen
Maak opdracht 7 t/m 10
Blz. 48 en 49


timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen omrekenen
Wanneer je een apparaat hebt dat veel energie per seconde verbruikt, heb je dus een groot vermogen. 
Dan wordt vaak gewerkt met kW.

Dit werkt net als bij meter en kilometer.

1800 W =  1,8 kW
298 W   =  0,298 kW
1,4 kW  =  1400 W
0,78 kW = 780 W 



Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu zelf oefenen
Maak opdracht 11 t/m 15
Blz. 50 en 51


timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik begrijp wat het vermogen van een apparaat aangeeft
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de stroomsterkte, de spanning en het vermogen bereken als dit wordt gevraagd
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan W omrekenen naar kW en andersom
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions