Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Stijlfiguren: eufemisme, ironie en sarcasame
Beeldspraak: metonymie en synesthesie
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil tussen ironie en sarcasme?
A
Sarcasme is een vorm van compliment
B
Er is geen verschil
C
Ironie is altijd grappig
D
Sarcasme is een bijtende, spottende vorm van ironie.
Slide 2 - Quiz
Wat is een eufemisme?
A
Stijlfiguur waarmee je iets overdrijft
B
Stijlfiguur waarmee je iets benadrukt
C
Stijlfiguur waarmee je iets mooier, leuker en minder erg maakt.
D
Stijlfiguur waarmee je iets erger, lelijker en slechter maakt
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Metonymie
Het woord metonymie is afkomstig uit het Grieks en betekent letterlijk ‘’een verandering van naam’’. Hierbij kun je dus denken aan ‘’betekenisverschuiving’’.
Een metonymie valt onder het thema stijlfiguur en is een soort beeldspraak. Je zegt dan niet meteen wat je bedoelt, maar je gebruikt een woord dat daarmee samenhangt.
Het nieuwe begrip roept dan het bedoelde begrip op.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat zijn voorbeelden van metonymie?
A
Fris en fruitig opstaan
B
De ronde cirkel
C
Oranje wint de beker!
D
Mijn Nike's zijn vies.
Slide 7 - Quiz
Synesthesie
Bij de synesthesie worden er twee of meer indrukken van zintuigen met elkaar gecombineerd.
Synesthesie kan worden gezien als een bijzondere vorm van de metafoor.
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld synesthesie
Schreeuwende kleuren (horen en zien worden gecombineerd).
Scherpe geur (proeven en ruiken worden gecombineerd).
Warme stem (voelen en horen worden gecombineerd).
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Welke van deze voorbeelden is GEEN synesthesie?
A
Het voelen van een zachte sfeer
B
Het zien van kleuren bij muziek
C
Het ruiken van geluiden
D
Het proeven van vormen
Slide 11 - Quiz
Wat is het voorbeeld van synesthesie in de zin: 'De bittere pil was een teleurstelling'?
A
Het zien van kleuren bij muziek
B
Het ruiken van geluiden
C
Het ervaren van smaak bij het woord 'bitter'
D
Het proeven van vormen
Slide 12 - Quiz
Welke van de volgende voorbeelden is een metonymie?
A
De kroon heeft besloten om nieuwe maatregelen in te voeren.
B
De zon schijnt fel vandaag.
C
De kat ligt graag in de zon.
D
De bloemen bloeien in de lente.
Slide 13 - Quiz
Wat is een synesthesie?
A
Menselijke eigenschappen geven aan een levenloos object.
B
Waarnemingen van twee verschillende zintuigen met elkaar gecombineerd