HV1 - grammatica - woordsoorten zn-lw-bn-zww-hww-p/b/a/b.vnw-bw-vz

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

HV1 - grammatica 

zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, 

persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend en betrekkelijk voornaamwoord, 

bijwoord en voorzetsel

Waar kun je zelfstandige naamwoorden NIET aan herkennen?

1. Het is een mens, dier, ding, plant of naam.
2. Je kunt er vaak een lidwoord voor zetten.
3. Het is een woord dat informatie geeft over een ander woord.
4. Je kunt er een verkleinwoord of meervoud van maken.

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Dylano schreef al zijn ideeën op in een notitieboekje.

lidwoord

geen lidwoord

een

de

het

in

op

bij

dit

deze

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Noem er een voorbeeld bij.

Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld grote, griezelige, houten.

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Ik vind de nieuwste actiefilm op Netflix heel spannend en gaaf.

Wat is waar over het zelfstandig werkwoord en het hulpwerkwoord?

1. Een zelfstandig werkwoord staat nooit alleen in een zin.
2. Een hulpwerkwoord staat nooit alleen in een zin.
3. Er staat altijd ten minste één hulpwerkwoord in een zin.
4. Er kan meer dan één zelstandig werkwoord en hulpwerkwoord in een zin staan.

De kinderen zouden graag meer willen buitenspelen.

1. zouden = hww willen = hww buitenspelen = zww
2. zouden = hww willen = zww buitenspelen = hww
3. zouden = zww willen = hww buitenspelen = zww
4. zouden = zww willen = zww buitenspelen = hww

Ik schilder (1) op een andere manier dan schilder (2) Van Gogh.

1. schilder (1) = zww schilder (2) = zn
2. schilder (1) = zn schilder (2) = bn
3. schilder (1) = bn schilder (2) = zn
4. schilder (1) = zn schilder (2) = zww

zn

zww

anders

bn

lw

hww

heeft

aandacht

besteed

aan

de

positieve

effecten.

ook

Mila

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

Snapten

jullie

hun

uitleg 

Zijn

grapjes

heb

ik

vaak

gehoord.

naast

Heeft

u

uw

auto

geparkeerd?

beter

dan

de

onze?

de

mijne

Noteer het/de aanwijzend(e) vnw van deze zin:
Als we zulke goede afspraken maken, moet je die wel nakomen.

Noteer het/de betrekkelijk(e) vnw van deze zin:
Hij heeft die scooter zelf gerepareerd, wat ik heel knap vind.

Wat is NIET waar over bijwoorden?

1. Ze geven extra informatie bij een werkwoord.
2. Ze geven extra informatie bij een zelfstandig naamwoord.
3. Ze geven extra informatie bij een bijvoeglijk naamwoord.
4. Ze geven extra informatie bij een ander bijwoord.

Benoem de bijwoorden en geef aan: plaats/richting - tijd/duur - frequentie - wijze - graad - vragend
Hoe hard heb je vandaag weer gereden?

Hoe - vragend

vandaag - tijd/duur

weer - frequentie

Benoem de bijwoorden en geef aan: plaats/richting - tijd/duur - frequentie - wijze - graad - vragend
Ik heb hier nog nooit een heel grote olifant gezien.

hier - plaats/richting

nog nooit - frequentie

heel - graad

Een voorzetsel...

1. geeft een tijd of plaats aan.
2. zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord.
3. staat aan het begin van een woordgroep
4. kan je in het meervoud zetten.

In welk rijtje staan alleen voorzetsels?

1. voor, tijdens, soms
2. gedurende, naast, boven
3. 's avonds, op, achter
4. behalve, sinds, omdat

Wat zijn de voorzetsels / achterzetsels / voorzetseluitdrukkingen in deze zin? Noteer ze in de juiste volgorde met komma's ertussen.
Als gevolg van het slechte weer fietste ik vandaag de weg op zonder dat ik zag of er iets aankwam.

pers.vnw

betr.vnw

voorzetsel

aanw.vnw

bez.vnw

bijwoord

hebben

aandacht

besteed

aan

die

ontzettend

lastige

hun

Zij

wiskundeles

tijdens

ook

sommen.

Heb je nog een vraag over deze woordsoorten? Zo ja, welke?