Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
HOOFDSTUK 3
Werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Spelling: hoe is het huiswerk gemaakt?
Wat weten jullie al?
Uitleg nieuwe theorie.
Zelfstandig werken in de planning van de digitale methode.
Slide 3 - Diapositive
Even herhalen...
Slide 4 - Diapositive
Wat is de meervoudsregel bij woorden die eindigen op -ik?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is de meervoudsregel bij woorden die eindigen op -ie of -ee?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het meervoud van 'staaf' en van 'fotograaf'?
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de foute werkwoorden.
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel werkwoorden zijn fout gespeld?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
H3 Spelling werkwoorden
Over de verleden tijd van sterke werkwoorden
Slide 11 - Diapositive
PVVT: sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd.
(Bied -> bood, denk -> dacht, zwemmen -> zwommen)
Je schrijft de pv van sterke werkwoorden in de vt altijd zo kort en eenvoudig mogelijk.
Slide 12 - Diapositive
Hoe schrijf je de pvvt van sterke ww?
Gebruik de verlengproef om erachter te komen of een woord op een -d of -t eindigt.
Bijvoorbeeld:
bijten -> (ik) beet (want: wij beten)
vinden --> (ik) vond (want: zij vonden)
LET OP: pvvt eindigt nooit op -dt.
Je schrijft de pv van sterke werkwoorden in de vt altijd zo kort en eenvoudig mogelijk.
Slide 13 - Diapositive
Hoe schrijf je de pvvt van sterke ww? (2)
2. Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk. Gebruik nooit twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar (dus ook geen -dd of -tt), behalve als dat nodig is voor de uitspraak.
Bijvoorbeeld:
Treden -> traden; bestrijden -> bestreden.
Gieten -> goten; ontbijten -> ontbeten.
Schrikken -> schrokken; beginnen -> begonnen.
Slide 14 - Diapositive
Zelfstandig werken
Zelfstandig werken
Bekijk het schema werkwoordspelling op blz. 264 voor beknopt een overzicht van de theorie.
Start zelfstandig met werken aan opdracht 1 t/m 3 in de digitale methode. (Planning?)
Werkt de digitale methode niet? Blz. 96 en 97 in je boek.
Stel vragen als je een antwoord fout hebt of iets niet begrijpt!