M2 week 2 les 2

Salut et bienvenue!
* vragen over werkblad 2? (af op 18 januari!)
* herhalingsoefeningen toets
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Salut et bienvenue!
* vragen over werkblad 2? (af op 18 januari!)
* herhalingsoefeningen toets

Slide 1 - Diapositive

Tu te souviens? 

Aanwijzend vnw= deze/die/dat

Slide 2 - Diapositive

Er zijn vier aanwijzende voornaamwoorden in het Frans;
ce= deze,die,dat
cette=deze,die,dat
cet=deze,die,dat
ces=deze,die,dat
ce= voor mannelijke woorden; 
ce prof= deze leraar
cette= voor vrouwelijke woorden;
cette fille=dit/dat meisje
cet= bij klinker of h
cet hôtel= dit/dat hotel
ces= voor meervoud
ces actrices=deze actrices

Slide 3 - Diapositive

..... classe est sympa
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 4 - Quiz

.....ami habite en Chine
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 5 - Quiz

J'achète ..... bonbons
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 6 - Quiz

Tu connais ... acteur?
A
ce
B
cet

Slide 7 - Quiz

.... cousin est gentil
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 8 - Quiz

Questions

Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
grand-grande-grands-grandes=groot
beau-belle-beaux-belles=mooi
enz...

Slide 10 - Diapositive

J'ai un (nieuwe) vélo
A
nouvelle
B
nouveau
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 11 - Quiz

Elle est ....
(sportief)

Slide 12 - Question ouverte

C'est la (laatste) question.
A
dernier
B
dernière

Slide 13 - Quiz

C'est une fille (serieus)

Slide 14 - Question ouverte

Cette pizza est ....
A
délicieux
B
délicieuse

Slide 15 - Quiz

Tu es (verliefd), Luc?
A
amoureux
B
amoureuse

Slide 16 - Quiz

Les verbes -er
parler=praten
danser=dansen
écouter=luisteren
habiter=wonen
jouer=spelen

Slide 17 - Diapositive

Vertaal de volgende werkwoordsvormen;
1. je joue=
2. elles habitent=
3. il écoute=
4. ils gagnent=
5. elle danse=
6. le prof parle=

timer
2:00

Slide 18 - Diapositive

Even nakijken;
1. je joue=
2. elles habitent=
3. il écoute=
4. ils gagnent=
5. elle danse=
6. le prof parle=


1. ik speel
2.zij wonen
3. hij luistert
4. zij winnen
5. zij danst
6. de leraar praat

Slide 19 - Diapositive

les devoirs;

herhalen alle aantekeningen chapitre 1,2,3
Zie ook bron C en bron H van chapitre 1,2,3
Maak af werkblad 2 !

Slide 20 - Diapositive

merci! et....

Slide 21 - Diapositive