Vitale functies 1

Verpleegtechnische handelingen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verpleegtechnische handelingen

Slide 1 - Diapositive

vandaag
  • introductie vitale functies.
  • hartslag.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn vitale functies?

Slide 3 - Question ouverte

Vitale functies
Organen met een belangrijke functie die direct van levensbelang zijn. 

Deze bestaan uit:
(luchtweg) Ademhaling
Circulatie (bloedsomloop)
Bewustzijn.

Slide 4 - Diapositive

Vitale functies
Ademhaling
Bloeddruk
Hartslag
Temperatuur
Bewustzijn

Slide 5 - Diapositive

Vitale functies
bewustzijn
ademhaling
Circulatie
Temperatuur
luchtweg

Slide 6 - Diapositive

Bewaken vitale functies
Observeren
Aan de zorgvrager kun je signalen opvangen van ongemak, pijn, klachten, braken, enz.…
Meten
Bloeddruk
Pols
Temperatuur
Ademhaling
(Lichaamsgewicht i.c.m. lichaamslengte )

Verpleegkundige voert uit en interpreteert
Arts interpreteert en zet beleid uit

Slide 7 - Diapositive

Bewaken vitale functies
observeren is subjectief
meten is objectief.

wat is het verschil?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Observeren, meten en beoordelen

Observeren; waar kijk je naar?
Wat is een nadeel van observeren?

Meten; wanneer voer je een meting uit?

Beoordelen; metingen vergelijken met vorige metingen. Bij intake metingen uitvoeren als een "eigen normaalwaarde bepaling"

Slide 10 - Diapositive

Hartslag (pols)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

wat is een hartslag?

Slide 13 - Question ouverte

Hartslag
Een hartslag is het aantal keer per minuut dat het hart samenknijpt, oftewel bloed rondpompt door het lichaam.

Slide 14 - Diapositive

Observeren
Frequentie
Regelmaat (ritme)
Gelijkmatigheid
Kracht (Spanning en volume)
Frequentie wordt beïnvloed door:
Leeftijd, geslacht, lichaamsbeweging

Slide 15 - Diapositive

Frequentie

De frequentie is het aantal hartslagen per minuut. Observeer als de zorgvrager in rust is. Bij lichamelijke inspanningen geeft het namelijk een hogere frequentie. 

• Bij pasgeborenen 120 tot 140 slagen per minuut
• Bij volwassenen 60 tot 100 slagen per minuut

Slide 16 - Diapositive

Ritme
Bij gezonde mensen is het ritme meestal regelmatig. Dat wil zeggen, de hartslagen volgen elkaar op met gelijkmatige tussenpozen (Regulair).
 Bij een onregelmatige hartslag volgen de hartslagen elkaar met ongelijkmatige tussenpozen op (Irregulair).
 Een onregelmatige hartslag kan wijzen op een stoornis in de werking van het hart (hartritmestoornis; boezemfibrilleren). 

Slide 17 - Diapositive

Gelijkmatigheid
Er is sprake van gelijkmatigheid als de hartslagen even krachtig voelbaar zijn. Onder normale omstandigheden zijn de slagen gelijkmatig. Bij een hartafwijking kunnen de slagen onregelmatig zijn, niet elke slag is even voelbaar.
Kan sprake zijn van hartritmestoornis; boezemfibrilleren

Slide 18 - Diapositive

Spanning en volume
Deze 2 begrippen hangen nauw met elkaar samen.
 
De spanning is afhankelijk van de elasticiteit van de slagaders. 
Bij een verminderde elasticiteit van de slagaders wordt de spanning groter. Het bloed bevindt zich dan als het ware in een kleinere ruimte en drukt harder tegen de wanden.

 Het volume is de hoeveelheid bloed bij elke hartslag in de slagaders wordt gepompt.

Slide 19 - Diapositive

Normale hartslag
  • Volwassenen 60-100 pm
  • Regelmatig
  • Goed voelbare hartslag aan de pols

Slide 20 - Diapositive

bij hoeveel slagen p.m. spreken wij van: een bradycardie?
en van een tachycardie?

Slide 21 - Question ouverte

Termen
Hartfrequentie= hartslag

Bradycardie= te langzame hartslag (onder de 60)

Tachycardie= Te snelle hartslag (boven de 100)

Slide 22 - Diapositive

Hoe moet je de hartslag meten?
Gedurende een minuut:
15 seconden  x 4
20 seconden x 3
30 seconden x 2
Als de hartslag zeer onregelmatig of zeer traag is, obersveer de hartslag dan gedurende de hele minuut.

Slide 23 - Diapositive

Een verlaagde hartfrequentie (bradycardie) kan voorkomen bij:
• Hartaandoening
  • Traag werkende schildklier
• Tijdens de slaap
• Hersenaandoeningen
• Medicatie



Slide 24 - Diapositive

Een verhoogde hartfrequentie (tachycardie) kan voorkomen bij:
  • Emoties: stress/ spanning
  • Koorts 
  • Bloedingen
  • Lichamelijk activiteit
  • Snel werkende schildklier
  • Bloedarmoede
  • gebruik stimulerende stoffen (koffie, alcohol, drugs)


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Op welke plaatsen kan je een pols tellen?

Slide 27 - Question ouverte

plaatsen waar de hartslag word gemeten
• Slaapslagader (arteria temporalis)
• Halsslagader ( arteria carotis)
• Polsslagader ( arteria radialis)
• Liesslagader (arteria femoralis)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Hoe tel je de pols?
A
1 minuut voelen
B
15 seconden en dan x4
C
altijd met dubbelcheck van een collega
D
met je telefoon

Slide 30 - Quiz

Waarom is rapporteren zo belangrijk?

Slide 31 - Question ouverte

Als een patiënt een
hoge temperatuur heeft
zal de pols dan stijgen of dalen?
A
Stijgen
B
Dalen

Slide 32 - Quiz

Samenvatting
Hartfrequentie
Meerdere plekken waar je deze kan voelen/meten
Je let op: frequentie,ritme, gelijkmatigheid en of de pols goed gevuld aanvoelt.

Rapporteer dit allemaal zorgvuldig! Of bij zeer afwijkende waarden meld dit bij de arts. 

Slide 33 - Diapositive

meten
 tel de hartslag van diegene naast je voor ongeveer 30 sec en vertel hoeveel je p.m. hebt.

Slide 34 - Diapositive

vandaag 
introductie vitale functies.
hartslag.

Slide 35 - Diapositive

volgende les
herhaling
ademhaling

Slide 36 - Diapositive