Thema 4: Basisstof 4.5 basis en kader (+ 4.7 basis)



B5 Het rijk van de dieren
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



B5 Het rijk van de dieren

Slide 1 - Diapositive

Uit welke twee stammen bestaat het plantenrijk
A
zaadplanten, bomen
B
sporenplanten, zaadplanten
C
sporenplanten, bloemen

Slide 2 - Quiz

Bij welke stam hoort een varen?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Alg

Slide 3 - Quiz

Bij welke stam hoort een dennenboom
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Algen

Slide 4 - Quiz

Welke stam zie je op de foto?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten

Slide 5 - Quiz

Hebben alle planten ook bloemen?
A
Alleen de zaadplanten
B
De zaadplanten en de sporenplanten
C
De zaadplanten, sporenplanten en wieren
D
Alleen de naaktzadigen

Slide 6 - Quiz

Rijk van de dieren
Rijk van de planten
Rijk van de bacteriën
Rijk van de schimmels

Slide 7 - Question de remorquage

Het rijk van de dieren
Twee kenmerken voor indeling spelen een belangrijke rol, namelijk:
  • Symmetrie
  • Skelet

Tweezijdig
Veelzijdig
Niet
Uitwendig
Inwendig

Slide 8 - Diapositive

Skelet
           De stevige delen van een dier geven stevigheid en bescherming.
                                  

Inwendig skelet
Uitwendig skelet

Slide 9 - Diapositive

Symmetrie

Slide 10 - Diapositive

Het dierenrijk 
Het rijk van de dieren kunnen we indelen in acht afdelingen
1.  Sponzen;
2. Holtedieren;
3. Wormen;
4. Weekdieren;
5. Geleedpotigen;
6. Stekelhuidigen;
7. Gewervelden.

Slide 11 - Diapositive

Sponzen
  • Niet-symmetrisch
  • Uitwendig Skelet --> skelet van hoornvezels tussen de cellen
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 12 - Diapositive

Holtedieren
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels

Slide 13 - Diapositive

Wormen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Geen skelet
  • lichaam is lang en dun

Slide 14 - Diapositive

Weekdieren
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwendig skelet --> meestal een schelp of huisje

Slide 15 - Diapositive

Geleedpotigen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwending skelet --> een pantser
  • Gelede poten (bestaan uit stukjes)
  • Lichaam bestaat uit segmenten

Slide 16 - Diapositive

Stekelhuidigen
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels/knobbels
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 17 - Diapositive

Gewervelden
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet --> wervelkolom

Slide 18 - Diapositive

sponzen
2
wormen
3
neteldieren
4
stekelhuidigen
5
weekdieren
6
geleedpotigen
7
gewervelden
8
eencellige
1

Slide 19 - Diapositive


Dit voorwerp is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch

Slide 20 - Quiz

Welke symmetrie heeft dit dier?
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 21 - Quiz

De symmetrie van dit dier is?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
eenzijdig
D
a-symmetrisch

Slide 22 - Quiz

Het skelet van dieren geeft stevigheid en bescherming. Het skelet kan inwendig of uitwendig zijn. Sommige dieren hebben helemaal geen skelet. 

Wat voor skelet hebben de dieren in de afbeeldingen hieronder? 
Sleep het juiste woord onder het plaatje.

kwal
zeester
muis
inwendig skelet
uitwendig skelet
geen skelet

Slide 23 - Question de remorquage

Bij welke stam zijn de dieren niet symmetrisch?
A
Stekelhuidigen
B
Sponzen
C
Gewervelden
D
Weekdieren

Slide 24 - Quiz

Bij welke stam hoort de kokkel?
A
geleedpotigen
B
gewervelden
C
neteldieren
D
weekdieren

Slide 25 - Quiz


Geleedpotigen zijn:
A
tweezijdig symmetrisch
B
veelzijdig symmetrisch
C
niet symmetrisch
D
asymmetrisch

Slide 26 - Quiz


Deze-egel is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
tri-symmetrisch

Slide 27 - Quiz