Veel vragen voedselweb en fase

Wat zijn voedselrelaties?
1 / 40
suivant
Slide 1: Question ouverte

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat zijn voedselrelaties?

Slide 1 - Question ouverte

X
biotisch
roofdier
a biotisch
roofdier
abiotisch
zonlicht
biotisch 
zonlicht

Slide 2 - Question de remorquage

timer
1:30
Abiotisch
Biotisch

Slide 3 - Question de remorquage

abiotische en biotische factoren

Slide 4 - Diapositive

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 5 - Question de remorquage

Reducenten zetten de                                       uit 
                                      of uitwerpselen om in koolstofdioxide,                                       en                                       . 
Deze stoffen kunnen weer door                       
worden opgenomen.
1
3
&
4
2
5
dode organismen
planten
organische
water
mineralen
de bodem
anorganische
glucose
eiwitten
planteneters

Slide 6 - Question de remorquage

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.

Slide 7 - Question de remorquage

Een voedselketen is :
A
rij organismen die elkaar eten
B
aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
C
een rij organismen waarin je ziet wie door wie wordt opgegeten

Slide 8 - Quiz


Hoeveel herbivoren zijn er in dit voedselweb?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 9 - Quiz

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 10 - Quiz

Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Producenten

Slide 11 - Question de remorquage

Voedselketen
Voedselweb

Slide 12 - Question de remorquage

koolstof in producenten
koolstof in consumenten
koolstof in reducenten
Koolstof-dioxide
fotosythese
verbranding
verbranding
verbranding
dode resten van consumenten
dode resten van producenten
fotosythese

Slide 13 - Question de remorquage

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 14 - Quiz

De afbeelding links toont een:....
A
Voedselketen
B
Voedselweb
C
Voedselkringloop
D
Ecosysteem

Slide 15 - Quiz

Afvaleters
Consumenten
Reducenten

Slide 16 - Question de remorquage

Maak de voedselketen!
Tip: begin altijd met een producent
Vos
Muis
Plant

Slide 17 - Question de remorquage

Bevers leven in gebieden met veel water, bomen en struiken. Hoe wordt zo’n gebied met alle biotische en abiotische factoren daarin genoemd? 
ecosysteem
piramide van biomassa 
populatie
voedselweb 

Slide 18 - Question de remorquage

Producenten
Reducenten
Consumenten
Mineralen

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep de juiste afbeeldingen 
naar de juist voedselketen
Voedselketen 2
Voedselketen 1

Slide 20 - Question de remorquage

Hoe worden de organismen met bladgroen in een voedselweb genoemd?
A
consumenten
B
reducenten
C
producenten

Slide 21 - Quiz

Hoe heten de openingen aan de onderkant van een blad waar koolstofdioxide binnenkomt? (meervoud!)

Slide 22 - Question ouverte

In welk deel van de cellen van een plant vindt de fotosynthese plaats?

Slide 23 - Question ouverte

VOEDSELWEB
Noem eens een voedselketen uit dit voedselweb? 

Slide 24 - Diapositive

Voedselweb -> verzameling van voedselketens

Slide 25 - Diapositive

Hoeveel carnivoren zijn er in dit voedselweb?
A
2
B
6
C
7
D
12

Slide 26 - Quiz

Wat betekent een pijl in een voedselketen?
A
Eet
B
Leeft samen met
C
Wordt gegeten door
D
Jaagt samen met

Slide 27 - Quiz

Waar blijft afval in de natuur?
Al het dode materiaal in de natuur noemen we natuurlijk afval. Natuurlijk afval komt uiteindelijk op de bodem terecht.

  1. Strooisellaag met bodemdieren
  2. Humuslaag 
  3. Grondlaag

In de eerste twee lagen zitten ook bacteriën en schimmels. Deze zetten de humus om in mineralen.

Slide 28 - Diapositive

Strooisellaag
Laag met natuurlijk afval (= dood organisch materiaal)
Afvaleters eten natuurlijk afval: wormen eten blad, doodgravers eten muis
Bacteriën en schimmels leven ook in de strooisellaag

Slide 29 - Diapositive

Humus
Na verloop van tijd sterven alle organismen en ontstaat er een ondergrond van humus uit de strooisellaag.

 Humus bestaat uit meer of minder vergane dode resten en reducenten


Slide 30 - Diapositive

Bodemprofiel
1 strooisellaag
bodemdieren
bacteriën & schimmels
2 humuslaag
verkleind natuurlijk afval
3 grondlaag
zand, klei, leem

Slide 31 - Diapositive

Functie van Reducenten
  • Bacteriën & schimmels   zijn reducenten.
  • Zij kunnen als enige organismen op aarde van dode resten weer mineralen (voedingstoffen) maken voor de planten.
  • Zij verminderen/reduceren de afvalberg in de natuur

Slide 32 - Diapositive

Producenten-consumenten-afvaleters-reducenten maken samen de kringloop rond.
  • Planten noemen we producenten --> fotosynthese (produceren glucose)
  • Dieren eten planten of andere dieren; noemen we consumenten.
  • Dieren en planten gaan dood, de dode resten met poep van de dieren worden opgeruimd door afvaleters (bodemdieren)
  • De reducenten  (schimmels/bacteriën) ruimen het overgebleven afval op.
  • De reducenten maken er mineralen van die de planten nodig hebben.
afvaleters

Slide 33 - Diapositive

Doordat een boer zijn oogst van zijn akker haalt, ontstaat er geen humuslaag.
Waarom zal de boer na de oogst mest aan het land toevoegen?

A
Bacteriën en schimmels verdwijnen dan want daar hebben de planten last van
B
Zodat de kringloop op de akker wordt gesloten
C
Anders kunnen bacteriën en schimmels geen mineralen maken voor de fotosynthese
D
Mest geeft een gezonde kleur aan het land

Slide 34 - Quiz

Stelling: afvaleters zijn ook "consumenten/gebruikers"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 36 - Quiz

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Afvaleter

Slide 37 - Quiz

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reduceren

Slide 38 - Quiz

Veel vragen voedselweb

Slide 39 - Diapositive

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 40 - Quiz