Les 1: Werken

Thema 5 Werk 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 Werk 

Slide 1 - Diapositive

Welke dingen hebben volgens jullie
met werk te maken?

Slide 2 - Diapositive

Welke dingen hebben volgens jullie
met werk te maken?
- De medewerkers van de NS (conducteur, machinist).
- De verkoper in de Kiosk.
- Het bordje "Wij zoeken collega's!" in de Kiosk.
- De poster met de tekst "Op zoek naar een baan? Wij zoeken jou!"
- De rennende vrouw die een werkafspraak moet halen.
- De zakenman met een koffertje die een werkmail checkt op zijn telefoon.
- De mannen die de trein aan het maken zijn.
- De jongen die koffie verkoopt.
- De man die op het bankje zit en op zijn laptop aan het typen is.
- De stakende schoonmakers.

Slide 3 - Diapositive

Les 1 Werken

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:

- dat je verschillende dingen belangrijk kunt vinden aan werk;
- wat een werknemer is en wat een werkgever;
- wat met stage lopen wordt bedoeld.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:

- dat je verschillende dingen belangrijk kunt vinden aan werk;
- wat een werknemer is en wat een werkgever;
- wat met stage lopen wordt bedoeld.

Wat weten jullie al over deze onderwerpen?

Slide 6 - Diapositive

Lezen
Werken 
bladzijde 134

Slide 7 - Diapositive

Maken
Opdracht 1 en 2
bladzijde 135, 136, 137

Slide 8 - Diapositive

Lezen
Werknemer en werkgever
bladzijde 137

Slide 9 - Diapositive

Maken
Opdracht 3
bladzijde 138

Opdracht: 
- Maak tweetallen
- Interview samen een docent
- Deadline: Volgende week

Slide 10 - Diapositive

Afsluiting


Pak je telefoon.

Slide 11 - Diapositive

2

Slide 12 - Vidéo

01:22
Wat doet Michael?
A
Werkt op school uit een boek?
B
Is aan het winkelen in de stad.
C
Loopt stage in het restaurant.

Slide 13 - Quiz

01:23
Wat is staglopen?
A
Kijken hoe een bedrijf eruit ziet.
B
Leren werken in een bedrijf.
C
Op bezoek gaan naar een bedrijf.

Slide 14 - Quiz

2

Slide 15 - Vidéo

07:39
Wat vindt school belangrijk voor Achmed?
A
Meer praten met anderen.
B
Op tijd opstaan.
C
Er verzorgd uitzien.

Slide 16 - Quiz

08:18
Wat denkt je wat Ahmed zal
gaan leren tijdens zijn stage?

Slide 17 - Carte mentale

Wat is een werknemer?
A
Iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt.
B
Iemand die de baas is van een bedrijf.
C
Iemand die geen werk kan vinden.

Slide 18 - Quiz

Het bedrijf of de organisatie waarvoor je werkt noem jij je ________
A
werkgever
B
werknemer

Slide 19 - Quiz

Sylvia werkt al drie jaar in het bedrijf van Tanja. Tanja is haar baas.
Tanja is de ________ van Sylvia.
A
werkgever
B
werknemer

Slide 20 - Quiz

Er zijn in de horeca te weinig ________ .
A
werkgevers
B
werknemers

Slide 21 - Quiz

Wat vindt deze jongen
belangrijk aan werken?
A
Dat hij het leuk vindt.
B
Dat hij vaste werktijden heeft.
C
Dat hij veel geld verdient.

Slide 22 - Quiz

Over welk soort werk gaat de tekst?
A
huiswerk maken
B
stage lopen
C
werken tegen betaling

Slide 23 - Quiz

Waar
Niet waar
Je doet tijdens een stage praktijkervaring op.
Je leert tijdens een stage hoe het is om bij een bedrijf te werken.
Je mag pas stage lopen als jij je opleiding hebt afgerond.

Slide 24 - Question de remorquage