Verkeer het Kristal

Verkeer
Lesdoel:

1. Ik weet na de les welke vijf verschillende soorten verkeersborden er zijn. 





1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkeerBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verkeer
Lesdoel:

1. Ik weet na de les welke vijf verschillende soorten verkeersborden er zijn. 





Slide 1 - Diapositive

Verkeersborden:
Aan de vorm, kleur en het teken van een verkeersbord zie je wat de betekenis van het verkeersbord is.

Slide 2 - Diapositive

Je moet hier... borden:
  1. Deze borden zijn rond;
  2. En blauw. 

Slide 3 - Diapositive

Je mag hier niet... borden:
  1. De borden zijn rond;
  2. En hebben een rode rand 

Slide 4 - Diapositive

Kijk hier is... borden:
  1. Deze borden zijn rechthoekig;
  2. En blauw. 

Slide 5 - Diapositive

Pas op borden:
  1. Deze borden zijn driehoekig (met de punt naar boven);
  2. En hebben een rode rand. 

Slide 6 - Diapositive

Voorrangsborden:
Zo zien de borden er altijd uit.
Je moet voorrang krijgen van links en rechts.

Slide 7 - Diapositive

Let op!
Borden gelden voor alle bestuurders, tenzij anders is aangegeven...

Borden gelden voor bestuurders.

Slide 8 - Diapositive

Combineer de juiste tekst met het verkeersbord.
Je mag hier niet...
Kijk hier is...
Pas op...
Je moet hier...
Voorrangsborden

Slide 9 - Question de remorquage

Quiz
Lesdoel:

2. Ik kan vragen beantwoorden die betrekking hebben op het verkeer.



Slide 10 - Diapositive

Wanneer hebben voorrangsvoertuigen voorrang (ambulance, politie, brandweer)?
A
Deze voertuigen hebben altijd voorrang.
B
Als ze hun sirenes aan hebben staan.
C
Als ze hun blauwe zwaailichten aan hebben staan.
D
Als ze hun blauwe zwaailicht en sirenes aan hebben staan.

Slide 11 - Quiz


Mag de fietser doorrijden?
A
Ja er komt geen trein meer aan.
B
Nee, pas als de slagbomen omhoog staan, de bel niet meer rinkelt en de rode lichten uitstaan.
C
Nee, de fietser mag pas gaan als de slagbomen omhoog staan.
D
Ja dit geldt alleen voor auto's.

Slide 12 - Quiz


Wat betekent dit verkeersbord?
A
Hier mogen alleen herenfietsen
B
Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
C
Hier mag je de straat wel in fietsen
D
Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

Slide 13 - Quiz


Wat betekend dit verkeersbord?
A
Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
B
Je MOET hier stoppen
C
Dit bord geldt niet voor fietsers

Slide 14 - Quiz


Wat betekend dit verkeersbord?
A
Pas op, de weg maakt een bocht naar links
B
Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
C
Pas op, je moet hier naar rechts

Slide 15 - Quiz


Wat betekend dit verkeersbord?
A
Let op! verkeer van rechts.
B
Verplichte rijrichting naar rechts.

Slide 16 - Quiz


Wat betekend dit verkeersbord?
A
Pas op, kuilen in de weg.
B
Pas op, hier niet scheppen.
C
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.

Slide 17 - Quiz


Wat betekend dit verkeersbord?
A
Hier geen tikkertje spelen
B
Pas op, overstekende kinderen.
C
Pas op, spelende kinderen.

Slide 18 - Quiz


A
Hier komt de wind altijd uit het westen.
B
Pas op..kans op harde winden
C
Pas op...zijwind

Slide 19 - Quiz


A
Hier is de bebouwde kom
B
Hier stopt Helmond met bouwen
C
Schrijffout
D
Hier is het einde van de bebouwde kom.

Slide 20 - Quiz

Verkeer

Bedankt voor jullie deelnamen en jullie inzet tijdens de les!





Slide 21 - Diapositive