Verkeer

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

Verkeer

1. Ik kan uitleggen welke vijf soorten verkeersborden er zijn en

wat ze mij vertellen. (kennis)

2. Ik kan uitleggen welke tekens op en langs de weg er zijn en

wat ze mij vertellen. (kennis)

3. Ik wil de verkeersborden, -tekens en -voorzieningen opvolgen.

(houding)

4. Ik laat zien dat ik voorrangsvoertuigen voor laat gaan.

(vaardigheden)

Verkeersborden:

Aan de vorm, kleur en het teken van een verkeersbord zie je wat je moet doen.

Je moet hier... borden:

1. Deze borden zijn rond;
2. En blauw. 

Je mag hier niet... borden:

1. De borden zijn rond;
2. En hebben een rode rand 

Kijk hier is... borden:

1. Deze borden zijn rechthoekig;
   
2. En blauw. 

Pas op borden:

1. Deze borden zijn driehoekig (met de punt naar boven);
2. En hebben een rode rand. 

Voorrangsborden:

Zo zien de borden er altijd uit.

Je moet voorrang krijgen van links en rechts.

Let op!

Borden gelden voor alle bestuurders, tenzij anders is aangegeven...

Borden gelden voor bestuurders.

Tekens langs de weg

Tekens op het wegdek

Combineer de juiste tekst met het verkeersbord.

Je mag hier niet...

Kijk hier is...

Pas op...

Je moet hier...

Voorrangsborden

Wanneer hebben voorrangsvoertuigen voorrang (ambulance, politie, brandweer)?

1. Deze voertuigen hebben altijd voorrang.
2. Als ze hun sirenes aan hebben staan.
3. Als ze hun blauwe zwaailichten aan hebben staan.
4. Als ze hun blauwe zwaailicht en sirenes aan hebben staan.

Verkeer les 10

AHOB:

Automatische halve overwegbomen

AKI:

Automatische knipperlicht installatie

Onbewaakte spoorwegovergang

Leg hierbij uit hoe de spoorwegovergangen eruit zien.

Mag de fietser doorrijden?

1. Ja er komt geen trein meer aan.
2. Nee, pas als de slagbomen omhoog staan, de bel niet meer rinkelt en de rode lichten uitstaan.
3. Nee, de fietser mag pas gaan als de slagbomen omhoog staan.
4. Ja dit geldt alleen voor auto's.

Aan de slag!

Maak les 9 & 10