5V voorkennis en 10.1 je lichaam en je voedsel

H10 voeding en vertering
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H10 voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.1 leerdoelen
Ik kan


  • uitleggen hoe voedsel, genen en mijn darmbacteriën mij beïnvloeden.
  • de groepen voedingsstoffen met hun belangrijkste kenmerken toelichten.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Criteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: darmflora, probiotica, prebiotica, hygiëne, voedingsstoffen, koolhydraten, receptoreiwitten, vetten, eiwitten, water, mineralen, spoorelementen, vitaminen, gebreksziekten, voedingsvezel, ADH, obesitas, allel, additieven, ADI, voedselallergie 
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Utgangspunt
Je hebt 10.1 gelezen (of gaat dat nu snel doen).
Je mag je binas gebruiken voor het beantwoorden van de volgende vragen...

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep voedingsstoffen hoort
glucose
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep voedingsstoffen hoort
zetmeel
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep voedingsstoffen hoort
cholesterol
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep voedingsstoffen hoort
hemoglobine
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten kunnen functioneren als brandstof (energierijke stof), bouwstof of reservestof. Wat is een voorbeeld van een koolhydraat die dient als reservestof?
A
glucose
B
glycogeen
C
glucagon

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen functie van je darmflora?
A
stimuleert goede vertering
B
stimuleert de vorming van ontlasting
C
speelt een rol bij de afweer
D
stimuleert de opname van voedingsstoffen in je dunne darm

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep voedingsstoffen horen antistoffen?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een tekort aan welke groep voedingsstoffen kunnen gebrekziekten optreden?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist? Vitamine F is stiekem geen vitamine.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vitaminen functioneren als beschermende stoffen. In welke betekenis 'beschermen' vitaminen?
A
ze stimuleren je lichaam om schadelijke bacteriën te bestrijden
B
ze stimuleren bepaalde lichaamsprocessen waardoor je optimaal functioneert
C
de stimuleren de groei van nuttige bacteriën zoals aanwezig in je darmflora
D
ze stimuleren de vertering waardoor je veel voedingsstoffen binnenkrijgt

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voedsel stimuleert de darmperistaltiek?
A
zowel vet als zetmeelrijk voedsel
B
zowel vet voedsel als voedsel met voedingsvezels
C
voedsel met voedingsvezels

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist?

Jouw darmflora is haast net zo uniek als je vingerafdruk.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen pro- en prebiotica?
A
Probiotica zijn bacterien en prebiotica is de voeding voor de bacterien
B
prebiotica zijn bacterien voor, en probiotica na, je geboorte
C
probiotica zijn capsules met bacterien en prebiotica zijn voedingstoffen
D
niks

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen functie van je darmflora?
A
stimuleert goede vertering
B
stimuleert de vorming van ontlasting
C
speelt een rol bij de afweer
D
stimuleert de opname van voedingsstoffen in je dunne darm

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat ADH voor?
A
Algemene dagelijkse hoeveelheid
B
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid
C
Aanbevolen gemiddelde hoeveelheid
D
Aanbevolen dagelijkse hormonen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke binas tabellen zijn nuttig bij dit hoofstuk?

Slide 20 - Carte mentale

67 F G H
alles van 82

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions